-30-
Armenadministratie en de Nederlands Hervormde Diaconie, zo beweert Wit in zijn
boek Niedorp in historisch perspectief uit 1993, p. 74.
Bestuur
In deze periode heeft de Algemene Armenadministratie een stabiele bezetting, waarin
slechts twee wijzigingen zich voordeden en het College met twee personen werd
uitgebreid. Het College van Regenten in de periode 1922-1929 bestond uit:
Naam
Periode
Functie
Opvolger
Periode
Functie
Jb. De Vries
1903-1932
Voorzitter
K. Blokker
1908-1930
Regent/armenvoogd
K. Mijts
1912-1932
Idem
J. Goet
1914-1924
Idem
P. de Boer
1924-1930
Idem
D. Pool
1920-1926
Secretaris/boekhouder
S.G. Wit
1926-1948
Idem
Mw. M. Kooy
1928
Regentes
Mw. A. Jes
1928
Idem
Opvallend is de stabiliteit van het College in dienstjaren en samenstelling. Ook
opvallend is dat het College besloten heeft om het bestuur uit te breiden met twee
vrouwen (voor het eerst!). In de notulen worden de motieven voor deze keuze niet
verhelderd. Evenmin wordt duidelijk wat de specifieke taak is van de vrouwen.
Waarschijnlijk was hun taak om zich bezig te houden met het reilen en zeilen van de
huishouding in het tehuis. Vrouwen waren daar beter in, vond men en in die tijd zeker.
Van Goet is bekend dat hij de gemeente verliet en daarom ontslag nam. Het was
voorwaarde om Nederlands Hervormd en woonachtig in de gemeente te zijn. De reden
van ontslag van Pool is mij niet bekend.
Uit de notulen van het College komt een beeld van de werkzaamheden van de regenten
naar voren. Ik zal het beeld trachten te schetsen van hun contacten en hun manier van
werken.
De heren kwamen één keer per week bij elkaar en namen vervolgens de lopende zaken
door. De notulen werden door de secretaris voorgelezen en na akkoord van de
vergadering ondertekend door de voorzitter en de secretaris. De vergadering vond
plaats in de regentenkamer van het Armen- en Weeshuis, of Tehuis voor Ouden van
Dagen. De Algemene Armenadminstratie werd ook wel het Burgerlijk Armbestuur
genoemd. De agenda bestond voor een deel uit standaardzaken, zoals het opmaken van
de jaarrekening (die voor verantwoording aan de Gemeenteraad was). Een ander vast
punt was het beheer en onderhoud van het huis, het beheer van de voorraden.
Het College had ook de verantwoordelijkheid voor het beheer van de
gemeenteboerderij
De agenda bestond verder uit ondersteuningsvragen of verzoeken tot opname en zaken
die incidenteel voorkwamen en speciale aandacht vroegen. Deze zaken vormden wel
een wezenlijk onderdeel van de werkzaamheden van de regenten.
De primaire informatie voor de regenten kwam van inwoners van de gemeente, de
omliggende gemeenten en de buurtschappen. Zij meldden nijpende zaken in de
familie, bij kennissen of buren en drongen aan op ondersteuning of opname. De
Historisch Niedorp, informatieblad 2011 nr. 2