Deze drogerijen gingen dit halffabrikaat leveren aan de garancinefabrieken en de
meekrapmaalfabrieken. Een innovatie was de komst van de garancinefabrieken
halverwege de 19e eeuw. Hier werden de gedroogde meekrap wortelen via een
chemisch proces met behulp van water en zwavelzuur gefilterd. Daardoor ontstond
uiteindelijk garancine, dat een hogere concentratie kleurstof had dan het traditionele
meekrappoeder. Nadeel was de vervuiling, het afgewerkte zwavelzuur werd zo op het
oppervlaktewater geloosd en veroorzaakte een ondraaglijke stank.
Oogstwerkzaamheden op
een meekrapakker in de
Groetpolder omstreeks
1865.
Aan beide zijden van de
meekrapplant werd de
meespade tegelijk onder
het lange wortelstelsel
van de plant gestoken,
omhoog gewipt en voor
zichtig in de mand
gelegd.
De uitgestoken planten
gingen vervolgens naar
de plaatselijke droog-
torens.
De gouden jaren van de Noord-Hollandse meekrapteelt lagen rond 1860. In 1853
werden er in Noord-Holland nog maar 28 bunders geteeld, in 1856 45 bunders en in
1860 waren dat al 355 bunders. Ter vergelijking: in 1860 worden in Zeeland 2490
bunders meekrap geteeld. Het Noord-Hollandse areaal was dus behoorlijk gegroeid,
maar vergeleken met Zeeland stelde het weinig voor. De stoof van Bischoffsheim, die
in 1856 in werking trad, was ook een racinedrogerij, waarin de gedroogde meekrap
weer tot poeder werd verwerkt in de eerste Noord-Hollandse meekrapmaalfabriek te
Haarlem en wat later, vanaf 1862 ook in de nieuwe meekrapmaalfabriek op het Keern
te Kolhorn. Het krappoeder dat uit deze twee maalfabrieken kwam, was voor het
grootste deel bestemd voor de Amsterdamse garancinefabriek van Mendel, Boer en
Comp.
Gedenksteen
Een gedenksteen in de muur van de Kolhorner meekrapmaalfabriek op het Keern was
in 1951 nog aanwezig. Deze gedenksteen lag vlak bij een molensteen. Het spul lag
dicht bij een half afgebroken woning op het Keern. De tekst op de steen luidde; de
eerste steen van de 'Meekrap Maalfabriek Waard en Groet' is gelegen (gelegd J.s.) door
K. Breebaard, Dijkgraaf van de polder Waard en Groet op de 28e april 1862. De
fabriek is ontworpen door H. Hollijt, volgens de tekeningen van J. Kaptijn (Kaptijn
was ingenieur bij Rijkswaterstaat) en uitgevoerd door de fa. Breebaard. A. Schaap was
de eerste directeur. Commissarissen in de beginjaren waren K. Breebaart, G.
Blaauboer, N. Geertzema Jzn en S.F. Sieuwerts. Verder waren er dan nog de
aandeelhouders G.L. Loder, T. Geertzema, A. Sloos, J. Breebaart Kzn, Jb. Verbij en C.
Voute.
Historisch Niedorp, informatieblad 2011 nr. 1