In de allerlaatste jaren doet zich nog een bijzondere figuur voor als toenmalige
bewoner en huurder van de boerderij. Het is Pieter Hendr. Bijvoet met vrouw en drie
kinderen. Behalve boer is hij dienaar der justitie, kortweg gezegd de beul. Zulke
huiveringwekkende figuren had men nu eenmaal liever buiten de dorpskom.
Jan Smit verkeerde als Winkeler in de veronderstelling dat de Koetenburg op de grens
van Nieuwe Niedorp was gebouwd. We moeten daarvoor echter nog enkele honderden
meters naar het westen. De grens tussen Oude en Nieuwe Niedorp ligt bij de oude
molentocht waar nu een automatisch gemaaltje zijn werk doet. Om precies te zijn:
achter de boerderij waar Pieter Kees Steen in 1916 geboren is. Waar later de familie
Brommer gewoond heeft, gevolgd door Ageeth Scherphuis. Nu woont er een oogarts
die de oude heer Steen nog aan zijn staar heeft behandeld. We hebben Pieter in
december plechtig ten grave gedragen tussen alle monumenten die hij op het Oude
Niedorper kerkhof voor zijn familie had opgericht. Hij was net 94 jaar geworden. Voor
de in visserijkringen (hopelijk) nog zeer bekende uitvinder van zijn revolutionaire
fileer- en onthuidmachines was het wel genoeg geweest. Helemaal genoeg.
Haast vanzelfsprekend was Jaap Kooij ook bij de teraardebestelling. Hij hoorde nu
eenmaal bij de oorspronkelijke kleine buurtschap van Pieter Steen.
Van de huizen of huisjes die oorspronkelijk oostelijk van de Koetenburg stonden is al
heel lang niets meer terug te vinden. Dat kun je verwachten. Maar het zou te ver
voeren om hier allerlei gegevens over de vroegere eigenaren te etaleren. Dat de
historisch nogal indrukwekkende familienaam Koetenburg ook volledig verloren is
gegaan, mag wel enige verbazing wekken. Maar hoe dan ook: de geschiedenis van
onze Niedorper Koetenburg is nu zelfs over vier eeuwen heen getild!
Zoals hierboven al min of meer beloofd zou Jaap Kooij ook nog verrast worden met
wat extra gegevens over de vroegere eendenkooi in de Kostverlorenpolder. Helemaal
niet omdat we zouden menen dat hij juist aan die kooi zijn naam te danken zou
hebben. Maar vanuit de oorspronkelijke Koetenburg over het meertje De Rijd gezien
was het tenminste de dichtstbijzijnde, op grofweg een afstand van één kilometer.
De andere was te vinden in de Weerepolder onder Lutjewinkel.
De Kostverlorenkooi bevond zich tussen De Rijd en de Westerweg. Anders gezegd:
tussen de Herbergsloot en de Rijders straat, zo'n paar honderd meter achter de huidige
boerderij numero 27 van J.A.Groot.
Omstreeks 1820 was de waterplas van de voormalige eendenkooi op kadasterkaarten nog steeds aanwezig. Van
de vangpijpen echter geen spoor meer. Om de oude kooi had men jonge bomen laten groeien, het zogenoemde
houtbosch. Ook wat westelijker was nu zelfs een bosje aangelegd. Men had hier nu eenmaal te maken met extra
laagliggend land - oorspronkelijk 'het Slik' genoemd - dat bij uitstek geschikt was voor sommige snelgroeiende
boomsoorten. Of er nog iets geënt werd, valt te betwijfelen. Hout was indertijd bijzonder gewild als brandstof.
De hervormde kerk - hier nog gereformeerd genoemd - had in de omgeving diverse landerijen in bezit. De
doopsgezinden trouwens ook, alleen veel minder. Via Geertje is de boerendynastie van de Koemannen nog
vertegenwoordigd. De huidige Westerbrug over het kanaal is vrijwel op dezelfde plek gebouwd als het vroegere
bruggetje over de Herbergsloot. Het hier geschetste gebied is zó rigoureus verkaveld dat er noch van deze oude
percelen, noch van dit deel van de Herbergsloot, ook maar iets over is. Het is allemaal geschiedenis.
Historisch Niedorp, informatieblad 2011 nr. 1