Oude Niedorp en twee bijzondere maar toch vergeten weteringen
-20-
door Jan Keuken
opgedragen aan Aagje Keesom
Wie oude kaarten bestudeert, ontdekt soms zeer interessante bijzonderheden die niet of
nauwelijks zijn terug te vinden in archieven of oude kronieken. Zo kon de voormalige
loop van een onbekende beek - op z'n Fries hier gewoon 'de Beets' genoemd - vanaf
Winkel tot aan De Westerkampen duidelijk worden aangetoond.
Het was me al eens opgevallen dat de Oude Provincialeweg behoorlijk evenwijdig liep
aan de Winkeler Dorpsstraat. En dat met inbegrip van de twee bochten. Maar het
duurde even voor ik in de gaten kreeg dat die zekere evenwijdigheid zich
oorspronkelijk veel verder uitstrekte. Namelijk al vanaf de zijdewind (als dijk)! Eén
lijn vanuit Oude Niedorp en de andere, wat noordelijker, aanvangend tussen 't Verlaat
en De Weel. Je zou ook kunnen zeggen: vanaf de Groote Waert (het meer vóór de
inpoldering tot Heerhugowaard) en het water van de noordelijker Boomer Wael, dat
We hebben het dan ineens niet meer
over straatwegen, maar over twee
waterlopen. Om precies te zijn:
weteringen van zo'n zes kilometer
lengte en een gemiddelde onderlinge
afstand van zo'n 1500 meter.
Weteringen of wateringen waren
oorspronkelijk sloten die het
overtollige water uit een
ontginningsgebied moesten afvoeren.
In de middeleeuwen ging dat nog niet met behulp van molens - die moesten hier nog
worden uitgevonden - maar zoveel mogelijk gebruik makend van een natuurlijke
afvoer. Dat dit zijn beperkingen had spreekt vanzelf. De waterstand moest natuurlijk
hoger zijn dan op de plaats van bestemming. Of dat laatste nou de open zee was dan
wel een of ander meer. Het inlaten vanuit een meer mocht uitsluitend gebeuren in
droge tijden, als het land aan het verdrogen was. Men gebruikte uiteraard een soort
sluisjes om een en ander te regelen. Op een uitsnede van de machtige kaart van
Uitwaterende Sluizen uit 1745 zijn beide weteringen nog voor het grootste deel te
volgen. In de Leijerpolder is de oude loop hier en daar al wat verbrokkeld en
verschoven, maar toch nog onmiskenbaar herinnerend aan de vroegere waterloop.
Nieuwe eigenaars kunnen in de loop van de tijd de percelen vergroten of verkleinen en
daarbij de omliggende sloten aanpassen. (Dat was overigens ook al duidelijk bij de
voornoemde Beets.) Incidenteel vonden er altijd kleine verkavelingen plaats.
De grote vraag is nu of er op dit ogenblik van die voormalige weteringen nog veel over
is of niet. Om met de meest noordelijke te beginnen: binnen de voormalige
Leijerpolder is niets meer terug te vinden. En dat geldt ook voor het uitstromende
gedeelte aan de andere kant van de zijdewind. Lange tijd is het deel binnen de
Kostverlorenpolder intact gebleven om als Herberg(h)sloot het overtollige polderwater
daarmee trouwens in verbinding stond.
1
N?-
Schematische tekening van de voormalige weteringen
Historisch Niedorp, informatieblad 2010 nr. 2