-16
du Gardijn. Dit land grensde aan het bezit van landsadvocaat Johan van
Oldenbarnevelt. Zes jaar later verkocht Gerrit deze landerijen weer aan iemand uit
Hoorn. De zakelijke relaties tussen Hoorn en de Niedorpen waren indertijd niet
onbelangrijk. De grondbezitters hadden natuurlijk geen enkele behoefte om zelf de
veeteelt of de akkerbouw te beoefenen. De boeren waren aanvankelijk slechts
pachters.
Gerrit Heertgens bezat ook landerijen in het Niedorpse. Daar zal ik ook wat nader op
ingaan omdat het nog eens belangrijk kan zijn voor onze eigen agrarische
geschiedenis. Als het u weinig interesseert slaat u het maar over.
In 1604 is er sprake van zogenoemd groedtlant (weiland) achter het eigen huis, zich
uitstrekkend tot aan 't Paadje en groot ruim 8 geerzen. De veldnaam was De Smal(l)e
Ven (ven weiland). Dat had een breedte van ongeveer 35 meter. Dit land was
afkomstig van zijn vader. Vervolgens is er sprake van een ander groedtland, grenzend
aan het vorige en ook doorlopend tot 't Paadje. Ook hier een stuk van 8 geerzen, dat
dus vrijwel even smal moet zijn geweest. (Een geers is 1/3 morgen.) Dan groedtland
bij Terdiek van ruim 15 geerzen, achter het land van Gerrit Willemsz Butterpot en zich
uitstrekkende tot aan de Gouwsloot. Nog een bezit van driekwart deel in Gerrit
Willemsz Ven, van ruim 9 geerzen grenzend aan voornoemde Gouwsloot. (Dat ene
kwart was van zijn zuster.) En als laatste wordt genoemd een stuk Saedtlandt
(bouwland), gelegen achter de boomgaard. Samen met de boomgaard gaat het om zo'n
13 snees. Beide afkomstig van vader Heertgen Aeriaensz. (Een snees is ca. 245 m2.)
Gerrit was de oudste zoon en werd een vooraanstaande inwoner van Nieuwe Niedorp.
Hij was schepen (een rechtsprekend ambtenaar) en kerkmeester. Bovendien
molenmeester van de bannen (voormalige dorpsgemeenten) Oude en Nieuwe Niedorp.
Vader Heertgen vervulde enige vergelijkbare functies. Wie verder nog een en ander
over de familie van Gerrit wil lezen verwijs ik graag naar 'Dijkwerkers, migranten en
handelaren' van P. Dekker. Er is een heel hoofdstuk aan gewijd, met veel details.
Bovenstaande gegevens komen uit genoemd boek.
Een ander zeer recent werk is het
boek 'Wieringerwaard' van Jan T.
Bremer. Daar haal ik ook wat
gegevens uit voor een totaal ander
onderwerp: de doopsgezinden. Dat
onderwerp interesseerde me, omdat
er twee doopsgezinde kerken op
relatief korte afstand van elkaar
hebben gestaan. Eén in Barsinger-
horn, bij de Blauwebrug. Deze
werd gebouwd in 1862 en staat er
nog steeds. De ander vlak over de
u j r,, noordelijke begrenzing van Bar-
De Vermaning bij de Blauwebrug
smgerhorn, aan de andere kant van
de Westfriesedijk, de Wieringerwaard. Deze 'Vermaning' is volgens Jan Bremer
gesloopt in 1926. Ik heb nog iemand gekend wiens vader er in die laatste periode
koster is geweest en zijn familienaam was, weer heel toevallig, Slikker.
Historisch Niedorp, informatieblad 2010 nr. 2