-10- Armenvoogden aan dat de plannen geheel naar hun zin zijn. De plannen worden met algemene stemmen goedgekeurd, inclusief de begroting en uitvoering. Uit de vergadering van mei 1910 blijkt dat De Groot de bouw van de boet in ieder geval heeft gedaan en dat hij tevens heeft afgeschouwd en goedgekeurd. De kosten zÖn ƒ450-. De raad keurt deze post goed, evenals de andere ingediende rekeningen van De Groot ter grootte van 300,- De opzichter van de bouw, L. Ploeger uit Alkmaar, verwijst voor technische zaken naar architect Krijnen. Tijdens de raadsvergadering van oktober 1910 blijkt dat Ploeger meer tijd nodig heeft en hij vraagt uitstel van de oplevering van de bouw. B en W verleende hem die niet. Krijnen heeft aangegeven dat extra kosten voor het toezicht ten laste van de aannemer zouden komen. Of het tot vertraging heeft geleid, is mij niet bekend, evenmin als de duur van de bouw. De totale bouwkosten, inclusief overhead (extra voor de gemeente voor de beplanting) bedragen Jr ƒ20.500,-. De subsidie van de Wezenadministratie bedraagt 111TanigjMfc ƒ10.000,-. De gemeente moet een bedrag betalen van ƒ10.500,-. Met jaar terug te betalen. Op 11 oktober kan in de raad gemeld worden dat de provincie akkoord is. De lening werd aangegaan bij een particulier, tegen 1 1/16% en wel voor drie maanden. Foto van 9 mei 1912 van het Armen- en Weeshuis met gemeenteboerderij zoals het in 1910 is gebouwd. In de raadsvergadering van 22 augustus 1910 wordt besloten dat de burgemeester (P. Koopman) de eerste steen zal leggen. Hij doet dat op de ochtend van 7 november 1910, ten overstaan van Armenvoogden, Weesmeesters en raadsleden en de overige genoemden op de plaquette. NB Over de naam, 'DIT ARMEN- EN WEESHUIS'verplicht volgens de subsidievoorwaarden van 1909, is al snel na de opening een strook met de naam 'DIT RUSTHUIS' bevestigd. Ik heb niet kunnen achterhalen wanneer dat is gebeurd en onder wiens verantwoordelijkheid. [NS] Historisch Niedorp, informatieblad 2010 nr. 2

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2010 | | pagina 10