l)A\ Os
-9-
behouden van snelheid in de bochten). Hij bekeek hoe hun schaatsen werden geslepen.
Hij gaf die opgedane kennis door in Nederland door lezingen te geven en hij
begeleidde schaatsers naar o.a. Davos.
In 1928 benaderde de bond de Finse vijfvoudige wereldkampioen Clas Thunberg met
het verzoek om te helpen. Hieruit vloeide een 'ad hoe'-samenwerking voort met
trainingsregels die, vermoedelijk op papier, naar de rijders werden verzonden. Deze
trainingsregels heb ik overgeschreven en laten beoordelen op de Hogeschool van
Amsterdam, de Academie voor Lichamelijke Opvoeding. Het oordeel was kort
samengevat:
nauwelijks conditieverhogend,
te eentonig, geen variatie van opzet
het lichaam went te snel aan die belasting.
Diezelfde Clas Thunberg werd in
1932 in Davos Europees kampioen
met een score van 200.83 punten.
In datzelfde toernooi werd Willem
Keetman uit Winkel zevende met
218.04 punten. De kloof met de
Scandinaviërs bleef al die jaren
bestaan.
Jan Langedijk uit Oudkarspel, toen
al een kanjer, beklaagde zich bij
zijn plaatsgenoot Eecen die lid was
van het bestuur van de KNSB. Jan
sprak zijn ongenoegen uit over het
toenmalig topsportklimaat bij het
schaatsen: "alles gaat hier maar op
z'n janboerenfluitjes." Eecen
antwoordde: "Jan, dat is nou
jammer, maar ik kan niets voor je
doen en ik weet ook niet wie jou
nog kan helpen."
De Noorse wereldkampioen Ivar
Ballangrud, vier keer wereld
kampioen, met wie Jan best kon
opschieten, was wel bereid Jan te
helpen. In een onderonsje zei Jan
tot hem: "Als wij net zo zouden
kunnen leven en trainen als jullie,
dan zou Noorwegen niet meer zo
verschrikkelijk domineren." Ivar
knikte instemmend met het hoofd.
Willem Keetman in Davos
Historisch Niedorp, informatieblad 2010 nr. 1
V
M