-25-
Bij de niet aflatende concurrentiestrijd met Hoorn had men er alles aan gedaan om een
grote greep op deze droogmakerij te krijgen zodat de revenuen als het ware, via de
bekende Middelweg, kaarsrecht naar Alkmaar zouden vloeien. Maar helaas. Het werd
de 'miserabele polder'
waarvan men indertijd heel
veel spijt kreeg. Naar verluidt
heeft men zelfs overwogen
hem maar weer aan het water
prijs te geven. De torenhoge
financieringslasten bij de twee
genoemde polders hebben
onze kaasstad nog jaren
achtervolgd. Al moet gezegd,
dat het in de eerste plaats de
zo kapitaalkrachtige
bestuurders zelf trof. Slechts
enkele grote droogmakerijen
waren redelijk succesvol te
noemen. De Purmer mag dan
naast de Beemster worden
-
Het oude en nogal geschonden polderhuis van de Heerhugowaard,
in de uiterste zuidwesthoek van de polder. (Het imposante gebouw
bij st Verlaat is nooit polderhuis geweest!)
genoemd en verder de Wieringerwaard. De polder die wat moeizaam van start ging na
de voorafgaande bedijkingsperikelen met het grote aangrenzende gebied, de Zijpe. (De
Wieringerwaard werd in den beginne ook wel de Nieuwe Zijpe genoemd, of heel
gewoon Slijck. Dit jaar wordt feestelijk herdacht dat deze geslaagde polder al weer
400 jaar bestaat.)
Het bleek indertijd uitermate moeilijk om de eigenschappen van de bodem onder de
waterspiegel te beoordelen. Dat kon op nare verrassingen uitdraaien. Om nog een paar
punten te noemen waar men vaak onvoldoende rekening mee hield: het uiteindelijke
aantal noodzakelijke molens, het duur moeten opkopen van gronden aan de rand van
de meren om daar vervolgens een dijk en een ringvaart te kunnen aanleggen, de
waterwerende kwaliteit van de dijk. En verder de tijd die het zou kosten om de
gewonnen grond echt vruchtbaar te maken. Men mocht heel blij zijn als men een
enigszins redelijk rendement uit zijn investering wist te halen. Meer zat er meestal niet
in. Wat dat betreft was gewoon beleggen in het oude land vaak minstens zo voordelig.
Vooral als men geld en geduld had en in tijden van economische neergang betrekkelijk
goedkoop aan min of meer verlaten akkers en weidegronden kon komen.
Dat brengt ons op de oude uitdrukking 'kost verloren'. Ten noorden van de
Dorpsstraat van Nieuwe Niedorp treffen we een oude polder met de niet-alledaagse
naam Kostverloren. In feite is hij in twee stukken gesplitst door de aanleg van het
kanaal Kolhorn-Alkmaar. Daardoor is de afwatering nu op verschillende manieren
geregeld. Het zuidelijk deel, grenzend aan de Dorpsstraat, wordt bemalen door de
molen aan de Oosterweg (of wel door het gemaaltje op het molenerf). Het noordelijk
deel maakt gebruik van het betrekkelijk nieuwe gemaal aan de Kamperweg. Dat kan in
Historisch Niedorp, informatieblad 2010 nr. 1