-16-
kazernewacht en in het soldatenhospitaal. Ten einde raad trok de Schager
Municipaliteit in Den Haag aan de bel, onderwijl was D'Ardenne nog even persoonlijk
in Schagen geweest en had en passant twee leegstaande woningen aan de Loet
gevorderd om in te richten als extra hospitaal voor de vele ziek geworden soldaten. Op
10 november 1796 vertrok eindelijk het grootste deel van de ingekwartierde troepen
o.l.v. kolonel Waldeck uit Schagen en daarmee begon de ellende voor de Kolhorner
schippers.
Zes Kolhorner schepen gevorderd
Op bevel van generaal D'Ardenne worden in de Kolhorner haven zes schepen in
beslag genomen, om het vervoer van de in Schagen ingekwartierde troepen, waaronder
vele zieke Waldeckers, naar Hoorn en Enkhuizen te regelen.
De zes Kolhorner schippers die geprest werden om hun schip ter beschikking te stellen
waren Pieter Kaaper, Aldert Kok, Aarjen Seijlemaker, Dirk Kaaper, Jan Rensen en
Willem Keijser.
Uit de papieren valt op te maken dat de nog gezonde soldaten met de 'benenwagen'
naar Hoorn en Enkhuizen marcheerden. De zes schippers waren gevorderd om de
zieken en de bagage van het bataljon te vervoeren.
Om de burgers van Kolhorn te informeren over de gang van zaken, had de Kolhorner
Municipaliteit de volgende verklaring tegen het Wachthuis bij de haven gespijkerd:
"Meedeburgers. Deeze diend tot antwoord op het berigt dat ik van den burger
Cornelis Houtcooper heb ontvangen, 't es dat de Municipaliteit te Colhorn drie
scheepen (later werden er nog eens drie gevorderd) voor de militairen in beslag had
genomen, daar wij u lieden dankbaar voor zijn, voor uw lieden bewezen adsistentie.
Gelieve zo goed te zijn om met brenger dezes een opgave meede te ge even, hoeveel
vragt u zal reekenen. Met verzoek dat zij de haven niet uitgaan. Den dag van 't
vertrekken der militairen weet men nog niet zeeker. Denklijk in 't agterst van deze
week.
Uw Dienstwillige Dienaar en Medeburger Jan Groen".
Op de dag dat het Sint Maartensfeest in deze contreien gevierd werd, elf november,
vertrokken drie haringschuiten uit het Kolhorner Scheepshok. Ze werden over de dijk
getrokken en voeren via het binnenwater naar Schagen. Twee schuiten waren bestemd
om de zieken van het tweede bataljon van het tweede regiment van Waldeck naar
Hoorn te vervoeren, het derde schip was nodig voor het bagagevervoer. Terug uit
Hoorn hadden ze ook weer wat vracht mee, want de 24 matrassen en 32 dekens, welke
nodig waren bij het vervoer van de zieken, waren door Schagen beschikbaar gesteld en
moesten natuurlijk weer bij de municipaliteit afgeleverd worden. In eerste instantie
zouden er twee schuiten vertrekken, maar de Waldecker kolonel Von Chulich vond
twee schepen niet genoeg en vorderde nog een haringschuit.
Het eerste bataljon Waldeckers moest niet naar Hoorn, maar naar Enkhuizen vervoerd.
Historisch Niedorp, informatieblad 2009 nr. 2