-13- In de 19L eeuw was de naam Niedorper kogge nog steeds in zwang. (Zie Zevenhuizen aan de Hoogzijde.) En dat is betrekkelijk kort geleden. De term kogge behoort tot de kernbegrippen van onze West-Friese geschiedenis, onze eigen 'canon'. (Wie meent dat het gewoon een andere naam voor polder is, zoals ene Idzard van Manen in zijn project 'De Zevensprong', zou echt beter moeten weten.) Onze vroege samenwerking met Schagen kwam onder meer tot uiting in een gemeenschappelijke uitwatering bij Kolhorn. Dat ging waarschijnlijk eeuwenlang goed, maar in de 17e eeuw kwam daar een eind aan. Het voortdurend inklinken van de grond leidde tot steeds meer wateroverlast. De uitwatering werd echt een probleem. En dat probleem werd door de twee koggen verschillend ervaren. Door de inpoldering van de grote (Heerhugo)waard en Schagerwaard verloren ze in elk geval aanzienlijke boezemgebieden. Dat waren de plaatsen waar men vroeger een overmaat aan regenwater nog wel eens kwijt kon. Door dit gemis werden de Kolhorner spuisluizen steeds belangrijker. Maar die waren gek genoeg zó verwaarloosd dat ze langzamerhand in deplorabele staat verkeerden. Eén was er zelfs volledig onbruikbaar geworden. De Niedorpers wilden deze wat meer naar het zuiden verplaatsen. Zo ongeveer daar waar je nu wordt uitgenodigd om eens op een soort 'uitzichtbrug' over de Braakpolder uit te kijken. De Schagenezen voelden niets voor een verplaatsing en ondanks de uiterst positieve bemoeiing van (kasteel)heer Albrecht van Schagen kwam men niet tot overeenstemming. De Niedorper kogge richtte nu vijf zogenoemde strijkmolens op tussen Lutjewinkel en de Westfriesedijk om het overtollig water door de nieuw te bouwen Boerensluis af te wateren op zee. Een extra grote bovenkolk werd aangelegd, om tijdelijk als voorboezem te dienen De uitkijkbrug op de Omringdijk bij de Braakpolder bij spuiproblemen door te hoog zeewater. Molens die gebruik maakten van zo'n extra boezem werden strijkmolens genoemd. (Wat men ooit met dat 'strijk' bedoeld heeft is me helaas nooit duidelijk geworden.) De Niedorpers hebben nog geprobeerd een zekere vergoeding van de Schager kogge te krijgen voor de bouw van hun molens, maar tevergeefs. In de Kromme Gouw werd een schutsluis gebouwd als afscheiding tussen de nu afzonderlijke waterschappen. Dit gebeurde allemaal zo halfweg de 17e eeuw. Van een geheel andere orde was het bouwen van een blokhuis bij de zijdewind(dijk). Een blokhuis is een kleine sterkte om een eventuele vijand tegen te houden. Deze versterking is waarschijnlijk tijdens de tachtigjarige oorlog ten noorden van het dorpje Zijdewind aangelegd om Schagen te beschermen tegen Spaanse invallen vanuit het zuiden. Dit belang van Schagen en de Schager kogge werd ongetwijfeld zonder noemenswaardig verzet, maar juist met veel begrip binnen onze Niedorper kogge gerealiseerd. Want uiteraard was Schagen met zijn markten en speciaalzaken voor de Niedorpers van zeer grote betekenis. Net als trouwens in onze tijd. Historisch Niedorp, informatieblad 2009 nr. 2

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2009 | | pagina 13