-11
arts. De vaste uitkering van 1000,00 aan dokter Maats werd dan met een bedrag van
100,00 per tien gezinnen naar boven of beneden aangepast. De regeling bleef van
kracht toen dokter De Boer de artsenpraktijk overnam. Uit een in 1927 door de
gemeente verzonden brief aan alle huisgezinnen in de gemeente blijkt dat er een
plaatselijke vereniging voor ziekenverpleging was opgericht. In de brief wordt een
ieder die zich nog niet heeft aangesloten voor de lage contributie van 15 cent per
maand, opgeroepen zich spoedig op te geven. Dit onder het motto van: 'De vereniging
heeft slechts levensvatbaarheid als ze vele leden telt'. Aanmelden kon geschieden bij
de penningmeester de heer J. Keuken.
Crisistijd
Tijdens de crisistijd in de dertiger jaren van de vorige eeuw hadden vooral vele
landbouwers en tuinders het financieel niet gemakkelijk. Was er ziekte in het gezin
dan klopten zij die daar niet tegen waren verzekerd, bij de armenadministratie aan.
Deze was uitsluitend bereid om bij ziekte financiële hulp te verlenen aan hen die
stonden genoteerd als (tijdelijk) armlastig. Zonder een ziekteverklaring van de dokter
weigerde men de dokters- of ziekenhuisrekeningen te betalen. Was er ziekte in een
gezin dan kon na advies van in die jaren dokter De Boer, steun in natura worden
verleend voor etenswaren.
In een bepaald gezin vond dat plaats door het verstrekken van 25 eieren tot een bedrag
van 1,00 te leveren door melkboer Jan Kater. Voor 1,00 aan brood (toen 0,25 per
brood) te leveren door bakker M.Wijn. Voor 1,00 aan kruidenierswaren te leveren
door Adriaan Prins. Een half pond spek (toen 0,60) te leveren door slager Jan de
Clerq. Dit alles wekelijks voor de duur van tien weken. Was iemand genoodzaakt
langer dan twee weken in het ziekenhuis te worden opgenomen dan probeerde men, in
verband met de kosten, de patiënt te laten opnemen in een 'Liefdesgesticht' voor
kosteloze verpleging. Dit was mogelijk in o.m. Leiden. Het laat zich raden dat er
veelal geen plaats beschikbaar was voor een patiënt. Het zoontje van een echtpaar uit
het dorp moest onverwachts naar het ziekenhuis in Alkmaar worden vervoerd vanwege
een spoedeisende operatie. Het gezin was niet verzekerd en kon zelf niet betalen. Het
te betalen bedrag bedroeg 160,00 terwijl de operatiekosten nog zouden volgen. De
totale kosten kwamen voor rekening van de armenadministratie. Die was in 1935 van
oordeel dat de geneeskundige hulp veel geld kostte en problemen zou kunnen
opleveren. Er werd dan ook geprobeerd de uitgegeven bedragen op de gezinnen te
verhalen door terugbetaling van b.v. 1,00 per week. Verzekeren tegen ziektekosten
op vrijwillige basis was voor het jaar 1900 reeds mogelijk, maar slechts een
bescheiden percentage van de bevolking kon zich dit toen financieel veroorloven. Het
duurde tot 1941 toen het ziekenfondsbesluit tot stand kwam. Naast een vrijwillige
kwam toen de verplichte ziekenfondsverzekering tot stand. In het jaar 1964 werd het
ziekenfondsbesluit uit 1941 tot wet omgezet. Als gevolg van de verplichte
ziekenfondsverzekering namen de inkomsten bij artsen toe. In overleg met dokter De
Boer verlaagde het gemeentebestuur in 1952 zijn jaarwedde voor geneeskundige
patiëntenzorg van armlastigen met een bedrag van 585,00 per jaar. De
armenadministratie kon haar taak beëindigen in oktober 1948. Zij is toen vervangen
door de Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon.
Nieuwe Niedorp, oktober 2009
Historisch Niedorp, informatieblad 2009 nr. 2