Vogelkooien in de Niedorperkogge -3- door Jan Smit Een vogelkooi (eendenkooi) laten maken, dat leek de dorpsregering van Winkel in 1630 wel een rendabele investering. Winkel had ten noordoosten van Lutjewinkel in de 'Zoutcaagh en Weerderpolder' nog behoorlijk wat land in bezit en aan de andere kant van de Kromme Gouw in de 'Braeckges en Segerijdt' (Braakpolder) lag ook veel gemeentelijk eigendom. Het was over het algemeen bijzonder laag en drassig land. De eendenkooi midden in de Weerepolder, rechts Lutjewinkel De Niedorper Kogge gebruikte het Braakpoldergebied in natte tijden regelmatig als overloop en boezemgebied als de spuisluizen in Kolhorn al het water van de Schager- en Niedorper Koggen niet meteen verwerken konden. In dit waterrijke riet- en moerasgebied kwamen het hele jaar veel eenden broeden en fourageren. De heren van de 'Stede Winckel' zagen het vangen van al die vette eenden wel zitten, ze wilden van al dat lekkers in de Weerepolder wel een graantje meepikken. Zo gezegd zo gedaan. De 'Vrouwerijdt' werd eendenkooi In de winter van 1629-1630 deed Winkel een ootmoedig verzoek om een vogelkooij te mogen stellen in 't Soutkaaghop een stukje drassig laagland, dat vaak onder water stond en in de volksmond Vrouwerijdt' genoemd werd. Hoewel er in de octrooiaanvraag dus over een stukje land gesproken werd, zal de plek voor de vogelkooi wel meer een plasje water zijn geweest, dat kan niet missen met een naam als 'Vrouwerijdt'. Historisch Niedorp, informatieblad 2009 nr. 1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2009 | | pagina 3