getekend en daar is deze niet bij. Een stukje verderop zal in 1850 de grote nieuwe boerderij worden gebouwd die er nu nog staat. Dat terrein is omstreeks 1600 al in het bezit van Jacob Pietersz Koeman, maar dat zal dan spoedig weer in andere handen overgaan. Verschillende namen lezen we in de archieven waarvan een enkele onze nieuwsgierigheid prikkelt. Zo komen we omstreeks 1680 Claes Pietersz Nijerop tegen en Antje Pieters Nierop omstreeks 1730. (Nijerop moet altijd als Nierop worden uitgesproken. Daar hebben we het al eens eerder over gehad in verband met de bejaardenflat Nijerop. De begrijpelijke uitspraakfout is intussen zó ingeslepen dat het niet meer is terug te draaien. Net als bij het IJ bij Amsterdam dat eigenlijk gewoon het Ie heette.) Onze eigen boerderij is in 1860 door een Nierop gebouwd van wie de naam nog op een van onze ruiten staat gekrast. Het is overigens altijd een beetje wonderlijk om een naam tegen te komen die dezelfde is als de eigen woonplaats. Je zou haast denken dat een familie is teruggekomen naar de plaats waar men aanvankelijk vandaan is gekomen. Na Antje Nierop neemt notaris Pieter Koeman, die we indertijd op de Hoogzijde aantreffen, de boerderij in 1737 weer over en blijft deze voorgoed in de familie. Omstreeks 1787 blijkt dat Mr. Eco Scheltinga er woont, maar zich zeker niet de eigenaar mag noemen. Dat is zijn vrouw, Geertje Koeman. In 1823 overlijdt Geertje op tachtigjarige leeftijd. De boerderij met bijbehorend land gaat dan in eigendom over naar haar kleinzoon Eco Scheltinga Winterberg. Na diens overlijden in 1859 wordt dit onroerend goed door één van zijn drie dochters geërfd, namelijk Alida Cornelia. Zij is gehuwd met Dirk van der Stok. Die familienaam is gebleven. Vandaar dat de huidige bewoonster van huis uit een echte Van der Stok is. (Voluit Geertruida Annie van der Stok, maar Gea genoemd, naar de initialen van de beide voornamen.) Het ziet er naar uit dat dit de allerlaatste telg zal zijn die de grote boerderij nog bewoont. Haar kinderen die de naam dragen van haar overleden man, Van Moorselaar, hebben de boerderij vaarwel gezegd en het ziet er niet naar uit dat ze daar op terug zullen komen. En Gea mag dan wel een boerendochter zijn, ze is zelf geen boerin geweest. Maar desondanks kunnen we zeggen dat het na ruim vier eeuwen boerengeschiedenis, indrukwekkend genoeg is geweest! Je zou veronderstellen dat zowel een deel van het land als de grote boerderij eigenlijk onder Zevenhuizen gerekend zou moeten worden. En dat geldt natuurlijk helemaal voor de vier percelen die op papier 'tussen' de kapitale boerderij en de onze in liggen. Maar de betreffende aanduiding ontbreekt. Een van de genoemde percelen lag trouwens op het terrein van de grote boerderij zelf, en zelfs daarachter. De gedeeltelijk in elkaar gewaaide en wat provisorisch opgeknapte schuur die we daar nu nog aantreffen herbergt de resten van een keldertje. Keldertjes horen nu eenmaal niet thuis in schuren. We hebben hier zeer waarschijnlijk te maken met een restant van een vroegere zelfstandige woning. Een opvatting die in elk geval gedeeld wordt door de huidige eigenares. Ook op deze plaats is vanaf 1600 sprake van een hele rij eigenaren/bewoners, te beginnen met ene Jan Thomasz Langedijck. We komen in de Historisch Niedorp, informatieblad 2009 nr. 1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2009 | | pagina 30