Een schetskaartje uit de eerste helft van de 17e eeuw
-28-
door Jan Smit
Dit schetsje laat in grove vorm de waterhuishouding zien in het lage deel van de
Niedorper Kogge. Rechts onderaan zien we de Slijpersmolen die het water uit de
Braeck(polder) op de Kromme Gouw kon malen. Het water verdween dan via Kromme
Gouw-Hoogsloot door de sluizen in de Westfriese zeedijk te Kolhorn zo de Zuiderzee
in. De grote molen iets naar boven op de schets stond aan de Mientweg in Lutjewinkel
en bemaalde de Oosterpolder.
Ik denk dat dit schetsje eigenlijk is bedoeld om te laten zien hoeveel schuiven en
duikers er wel niet nodig waren om de waterhuishouding in het lage deel van de
Niedorper Kogge in goede banen te leiden. Overal zijn schuiven of duikers getekend,
vooral bij de Braak. Zoals bekend werd de Braak tot het laagste gebied van de Kogge
gerekend, 's Winters stond het altijd voor een groot deel onder water en het werd
bewust bij wateroverlast als overloopgebied gebruikt. Het kon best een aantal maanden
onder water staan, want er werd hoofdzakelijk dekriet en riet voor dijkherstel geteeld.
Heel schetsmatig zijn de Niedorper kruiskerk en de Winkeler kerk weergegeven. Links
en rechts van de kerk in Winkel zijn duikers getekend die het water van het lage
Nederlandspoldertje en rond de Kerkerijd moesten reguleren. Het kaartje geeft de
situatie weer voordat de vijf strijkmolens van de Niedorper Kogge werden gebouwd.
Het kaartje werd gevonden in het archief van de Oosterpolder.
n
Winkel, oktober 2008