-37-
De verkoop van een 'welbezeijlt ligterschip'
In 1733 verkopen de
erfgenamen van lichter-
schipper Jacob de Wilde
zaliger te Edam een
welbezeijlt ligterschip
met op de steven de naam
'De Wilde'. Dit lichter-
schip was lang over de
steven 70 voeten en wijd
17,5 voet. Het schip kon
41 lasten vervoeren. Bij
de verkoop van deze
lichter was verder inbe
grepen:
'een seijl met sijn bonnet
waarvan er
ankers, waarvan één
touw, een touw tot het
tuijanker, een gordingh en meer touwen.'1
Naar advenant twee grote drijfkompassen, drie haecken, twee boomen, een boom
tot het seijl.' Een spoelputs, een dweil, een pomphaek, drie swaere boeijen, een
koperde koekenpan, een metale pot
Vier kannen, zowel groot als kleijn, en verder kocksgoetTaekelgoet met sijn
toebehoren.Verder twee mantels, twee teerputsen, twee teerquasten, twee
handquasten, twee kettinghaecks, vijf schraepers, en een ijsere pof
De inventarislijst gaat verder met: twee klinkhaecks, een harpuijspotte, drie
handspoelen, vier pompstocken, een uijtlegger, drie en twintig losborden, vier
wiervorken, vier kloeten, een klauw, en een bijl
Verder nog: staenend en lopende want'
Dit lichterschip 'De Wilde' lag ter verkoop in de Nieuwe Haven van Edam, dicht bij de
Oostersluis. Het werd gekocht door Dirk Quast en Leendert Lourensz van Colhorn
samen voor 540: --
door Jan Smit
Een VOC-schip met daarnaast een lichter.
Tekening door Gerrit Groenewegen (detail), 1781 degelijk, eil een sleg
Winkel, 2008