gemakkelijk konden ontsnappen. Andere vrouwen kregen gratie nadat hun goederen waren geconfisqueerd. Leiders werden terechtgesteld en de volgelingen moesten een boetedoening ondergaan die uit het volgende bestond: blootsvoets in een wit hemd in processie naar de Oude Kerk van Amsterdam of de St. Bavo in Haarlem. En wel met een kaars in de hand. De groep die via Monnickendam naar Münster was vertrokken had in de eigen parochie te biechten en zich vervolgens mèt biechtbewijs bij het Hof van Holland in Den Haag te melden. Slechts ca. 20 procent blijkt op de een of andere manier berecht, de rest ontsnapte wegens de onmacht om zo velen te vervolgen. Tegen alle instructies van de landsregering in kregen ook sommige recidivisten, zoals Dirck Hercxz, clementie. Hij was niet gestopt met het herdopen van anderen en was leider van de bijbelkring in de Niedorperkogge gebleven. Veelwijverij en verraad Hoe was het intussen in Münster gesteld? Een eerste bestorming van de belegeraars was volledig mislukt. Dat gaf de dopersen het idee dat God volledig op hun hand was en dat het gezag van Jan van Leiden, de grote organisator, met recht Koninklijk kon worden genoemd. Jan was getrouwd met een dochter van Knipperdolling, waarschijnlijk mede om zijn invloed als nog ongekroonde koning wat extra kracht bij te zetten. Mogelijk verzweeg hij dat hij ook al een vrouw had in Leiden. Maar die was niet herdoopt, dus telde ze eigenlijk niet mee. Dit alles weerhield hem niet om zijn oog De door hem zelf ingestelde strenge wetten verboden zoiets echter op straffe des doods! Een praktische oplossing voor dit beletsel vond hij in een oudtestamentisch voorbeeld van veelwijverij, de polygamie. Zijn gezag was ter plaatse zo groot, dat hij het uiteindelijk voor elkaar kreeg om die veelwijverij te legitimeren, en zelfs hogelijk aan te prijzen. Een kleine minderheid verzette zich wel, maar moest dat met een jammerlijk strafgericht bekopen. Jan wist hierna zijn harem uit te breiden tot wel 16 vrouwen. Naar verluidt wilde een zekere Elisabeth hem verlaten maar dat kostte haar uiteraard het leven. Orde moest er nu eenmaal zijn, vooral in een heilige stad. Voor een tweede keer wist Münster warempel stand te houden tegen de omringende vijanden. Het succes steeg Jan nu volledig naar het hoofd. Hij zag zichzelf al als koning over de ganse wereld, en hij was waarlijk de enige niet. Maar op het toppunt van zijn macht werd de situatie in zijn kleine koninkrijk in feite hopeloos. Men kon erop wachten dat de stad zou worden ingenomen. Door verraad gebeurde dat al halfweg het jaar 1535. Maar de executie van de leiders liet nog tot een halfjaar op zich wachten. Men hechtte er aan om de belangrijkste leiders alsnog te bekeren. Dat waren op dat moment Jan van Leiden, Berend Knipperdolling en ene Berend Knechting. Jan te laten vallen op een derde vrouw. -26- De Sint Lambertitoren met de drie kooien

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2008 | | pagina 26