Omstreeks 1520 werd de katholieke kerk in Nieuwe Niedorp bediend door pastoor
Pieter Ruych. Hij moet er bij sommigen goed op hebben gestaan, want het hele
'dekenaat' West-Friesland werd in 1526 aan hem toevertrouwd. Dat betekende van
1526 tot 1537 de bijna volledige zeggenschap over alle West-Friese parochies. Ging
dat goed? Nou nee. Zetelend in Hoorn werd hij al spoedig bekend als een geweldige
geldwolf. Zowel priesters als hele parochies werden door hem in de ban gedaan, met
voor hem zelf meestal gunstige financiële consequenties. Er kwamen allerlei
rechtszaken van, tot voor het Hof van Holland. Hij aarzelde niet om daar bij
gelegenheid zelf het initiatief toe te nemen.
Zo eiste hij in 1529 in een zaak tegen de
Niedorper schepenen (het rechtscollege van de
schout), dat hij alle inwoners van het dorp voor
zijn kerkelijke rechtersstoel mocht dagen. Dat
klinkt al vrij absurd, maar een paar jaar later
had Pieter opnieuw een zaak, nu tegen alle
wereldlijke besturen van West-Friesland. Het
Hof van Holland wees hem er maar eens op, dat
het wapen van de ban 'niet zo lichtvaardig'
gehanteerd diende te worden. Intussen had de
pastoor van Hoorn, in navolging van Maarten
Luther, al enige zeer kritische geschriften tegen
Pieter aan de kerkdeur gehangen. Maar Pieter
Ruych bleek onverbeterlijk. En hij was helaas
lang de enige niet die voortdurend weinig
christelijk zijn gang ging. Het lijkt erop dat de
toestand in West-Friesland, samen met de
heersende onvrede in Noord-Duitsland, de
aanzet hebben gegeven tot allerlei tamelijk
revolutionaire opvattingen. De geest van
Maarten Luther leek voorgoed uit de fles.
Aanvankelijk werd er in onze omgeving nog
eenvoudigweg gesproken over 'Lutherse sekten'. Er kwam een hele serie
banvonnissen tegen leden van zogenoemde bijbelkringen.
Bijbelkringen en naaktlopers
In de jaren twintig van de 16e eeuw werden hier en daar naast de mis clandestiene
bijeenkomsten georganiseerd. En nogal eens door een tegendraadse priester zelf. Zo
kennen we in 1529 in de Niedorperkogge een bijbelkring van priester Geryt Adriaens,
meester Claes de barbier en meester Jan Huybrechtsz (die mogelijk ook priester was).
Eigenlijk had de bevolking niet zoveel moeite met priesters of pastoors die getrouwd
waren, kinderen hadden, of er een vriendin op na hielden. Geldzucht en verwaarlozing
van religieuze zaken, die gaven de meeste ergernis. Dat leidde ertoe dat velen op de
duur zonder gewetenswroeging van de mis weg bleven en er uiteindelijk sprake was
van diverse godsdienstige groepjes. Het wachten was op een leidinggevende figuur
met voldoende charisma om gezamenlijk één duidelijke richting in te slaan. Zo'n
figuur was met name Melchior Hoffman, een man met genoeg profetische
-21-
Doopsgezinde kerk te Nieuwe Niedorp
Hoofdingang