mens veel en veel belangrijker dan een geloofsgemeenschap met zo'n invloedrijke leraar. De Friezen gaven juist de voorkeur aan dat laatste. Dat er in ons Barsingerhorn indertijd sprake zou zijn geweest van nog 'echte' Friezen naast Vlamingen, is op zichzelf natuurlijk al zeer interessant. Het in onze tijd nog steeds voortbestaan van typisch Friese straatnamen als Burenweg, Flogebiereweg, Po(o)lland en De Streek in Kol(d)horn komt daardoor in een nieuw licht. Gaat het hier om eigenzinnig Westfries cultuurbehoud? Of is er sprake geweest van immigratie? Het kerkje van Kolhorn is bij de grote dorpsbrand in 1788 verloren gegaan en niet meer opgebouwd. Iets over de grens van de oude gemeente Barsingerhorn, bij de Kreil, op de rand van de Wieringerwaard stond ook een doopsgezind kerkje. Maar dat is al lang geleden afgebroken. In Zuid-Zijpe is het gebouw nog wel aanwezig - in tegenstelling tot Noord-Zijpe - maar van een kerkelijke functie is geen sprake meer. In het schilderachtige Twisk treffen we een wel zeer opvallend kerkje terwijl er in Medemblik nog een verlaten schuilkerk schijnt te bestaan. We vinden momenteel nog gebedshuizen in Broek op Langedijk, Schagen, Hippolytushoef, Den Helder en Den Burg op Texel. Uit deze opsomming is natuurlijk niet af te leiden dat onze Noordkop in de eerste helft van de 16e eeuw als een echt 'broeinest' werd beschouwd van doperse opvattingen. En dat daarbij zelfs een nadruk gelegd werd op onze eigen Niedorperkogge, met als opstandige kern het zeer eigenzinnige Nieuwe Niedorp. Waar kwam die opstandigheid tegenover die oude vertrouwde katholieke kerk vandaan? Banvonnissen Het ligt voor de hand om eerst de aandacht te richten op Maarten Luther. Onder andere vanwege zijn bijbelvertaling uit het Latijn. De talentvolle Luther studeerde zowel rechten als theologie en werd vervolgens priester in het jaar 1507. Het jaar daarop volgde in het Duitse Wittenberg een professoraat in de filosofie. In 1512 mocht hij zich Doctor in de Theologie noemen. Uit ergernis over bepaalde kerkelijke misstanden, in het bijzonder de aflaten, timmerde hij vijf jaar later zijn 95 geruchtmakende stellingen tegen de kerkdeur. Die brachten, jammer genoeg, weinig verandering binnen de katholieke kerk, maar leverden hem een paar jaar later wel een pauselijke ban op, nog gevolgd door de rijksban. Van een scheiding tussen godsdienst en staat was nog in de verste verte geen sprake. -20- Terwijl ik me met dit onderwerp bezighoud, lees ik in de krant dat de huidige paus het voornemen heeft om Luther, na een kleine 500jaar, alsnog in ere te herstellen!)

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2008 | | pagina 20