■s/ WJP -14 Het levensverhaal van Piet Zwagerman, deel XXIII In de herfst van 1928 hadden wij nog een gelukje met 1000 kg rodekool. Dat is nog een apart verhaal. In de stad Utrecht werd een veiling gesticht in het najaar van 1928. Of er al een verkooporganisatie was en er dus gewoon een nieuw gebouw kwam, weet ik niet. Allerlei veilingen werden uitgenodigd om inzendingen te verzorgen bij de feestelijkheden ter gelegenheid van de opening van die veiling. Zo ook de onze, de 'Noordermarktbond'. Er werd op een bestuursvergadering besloten dat wij zouden uitkomen met drie specifieke producten van onze veiling: uien, rode bewaarkool en Deense wittekool. Van de bestuursleden waren er al spoedig twee, van wie de één prachtige uien had en de ander eerste klas Deense wittekool. Maar wat het artikel rode bewaarkool betreft hield iedereen zijn mond. De heer P. Band, die toen ook lid van het bestuur was, zei toen 'ik denk dat Zwagerman die wel kan leveren' en ik dacht het zelf ook, hoewel ik mij had stilgehouden, denkende: de Langedijkers zullen ze wel hebben. Zo werd overeengekomen dat ik voor 100 kg van de mooiste en grootste kolen zou zorgen. Maar ongeveer een week daarna kreeg ik bericht dat de hoeveelheid niet 100, maar 1000 kg moest wezen en of ik bereid was ze te leveren. Enige dagen later hadden wij weer bestuursvergadering en daar werd dat definitief besloten. Ik wilde het doen en zou zorgen dat het een prima partij werd, alle kolen even groot en even mooi. Maar ik wilde er wel 100 voor hebben. Dat was de voorzitter, de heer J. Ootjers te peperig. De kool was die herfst goed in prijs en gold voor die grote maten ongeveer 6,50 per 100 kg. Dat leverde dus een verschil op van 35. De secretaris J. Kliffen nam toen het woord en zei: "Zwagerman heeft gelijk. Ten eerste is hij die 1000 kg kwijt en heeft hij niet de kans er deze winter meer voor te maken. En ten tweede is er extra werk aan. Hij moet ze uitzoeken en loopt de kans er per ongeluk een af te snijden die te groot of te klein is. Laten wij dus maar over dat verschil in prijs heen stappen en zien wat Zwagerman levert. Dan kunnen we nog eens praten." Ik meen dat het begin oktober was, of iets later, dat ik ze aan de veiling moest leveren. Het stuk land waar ik ze had staan was het stuk bouwland achter onze vruchtentuin, iets minder dan 1 ha groot. En daar heb ik die 1000 kg, ongeveer 300 stuks, uitgezocht. Het was een heel werk, want ze mochten vanzelfsprekend niet worden beschadigd. Ze moes ten behandeld worden als eieren. Met een koolmand en een mes begon ik van achteraf. Met 5 a 6 kolen in mijn mand op mijn schouder heb ik ze naar voren gebracht, waar de dam was van broer Dirk z'n grasland. Daar hebben wij ze op de bakwagen geladen en naar de boerderij gebracht waar schipper Willem Woudt ze vervolgens in zijn vlet heeft Het akkerland achter de boomgaard van Piet Zwagerman

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2008 | | pagina 14