Staten. Deze stelde het gemeentebestuur in het gelijk. Vervolgens werd er tegen die
beslissing beroep aangetekend bij de kroon. Op 7 september 1947 verklaarde de kroon
het beroep ongegrond. De rector vermeldt op 9 september 1946 in de notulen, dat de
gemeente Nieuwe Niedorp op alle manieren tegenwerkte om niet tot de bouw van een
r.-k. school te komen. "Men wil nu het patronaatsgebouw bij het klooster tot een
school verbouwen." "De pas benoemde burgemeester" (J.Baken), zo noteert de rector,
"stelt zich voorzichtig en afwachtend op". Er wordt ten einde raad besloten om 13
kinderen voorlopig naar de r.-k. school in 't Veld te sturen.
Schoolstrijd verstoort plaatselijke verhoudingen
De opmerking van de heer Poland, dat de school die de r.-k. leerlingen bezochten per 1
augustus 1946 zou worden opgeheven, vereist enige toelichting. Met de
onderwaterzetting van de Wieringermeer in april 1945 vluchtten veel inwoners naar
gemeentes aan de rand van de polder. Zowel in Nieuwe Niedorp als Winkel, Kolhorn
en Aartswoud hadden veel voor het water gevluchte gezinnen met hun kinderen
onderdak gevonden. Hoofdonderwijzer de heer Alders had enige tijd later van het
gemeentebestuur in Nieuwe Niedorp toestemming gekregen de in mei 1932
leeggekomen oude school naast de kerktoren aan de Dorpsstraat, in gebruik te nemen
voor het geven van onderwijs aan kinderen uit de Wieringermeer. Omdat er kinderen
op de school kwamen van verschillende geloofsovertuigingen werd het een neutrale
school genoemd. Het uit de Wieringermeer afkomstig personeel was rooms-katholiek.
Tot het takenpakket behoorde ook de godsdienstles. Dit laatste was mogelijk de reden
dat r.-k. ouders uit Nieuwe Niedorp een 13-tal kinderen niet meer naar de school in 't
Veld lieten gaan, maar vanwege de kortere afstand naar de zogenaamd "neutrale
Wieringermeerschool" stuurden. Aangezien dat laatste zonder medeweten en
toestemming van het gemeentebestuur had plaatsgevonden, leidde dit tot heftige
discussies met als gevolg wederzijdse verwijten en verdachtmakingen over en weer.
Dit ontlokte raadslid L. ter Haar de uitspraak dat de schoolstrijd een slechte invloed
zou hebben op de plaatselijke verhoudingen. Helaas bleek deze uitspraak bewaarheid
te worden. Op 23 augustus 1946 kwam de nieuw gekozen gemeenteraad bijeen. Het
eerste agendapunt betrof de benoeming van een tweetal wethouders. Namens de Partij
1 van de Arbeid verklaarde de heer Gaijaard dat zijn partij niet samen wenste te werken
met de r.-k. fractie. "Dit vanwege de vrij scherpe strijd die ontstaan is om de te
stichten tweede r.-k. school." Ook de heren Leegwater en Verver van de r.-k. fractie
lieten echter weten niet aan de stemming te zullen deelnemen. Tot wethouders werden
gekozen de heren G. Gaijaard(P.v.d.A) en P. Zwagerman (Algemeen Belang).
Herhaalde bouwaanvraag voor R.-K.school afgestemd
Pater rector De Wit gaf de moed niet op en zorgde dat begin november opnieuw een
aanvraag voor het bouwen van de school was ingediend bij de gemeente. Op 31
januari 1948 kon de raad zich er over uitspreken. B en W adviseerden medewerking te
verlenen, omdat het vereiste minimum aantal van 50 leerlingen ruim werd
overschreden. Meerdere raadsleden stelden de vraag of er echt niets was om het
bouwplan te kunnen afwijzen. De burgemeester zei nadrukkelijk "neen, de aanvraag is
volmaakt in orde." De raad gaf echter geen gehoor aan deze woorden en stemde het
voorstel, tegen beter weten in, af. De krant trok hieruit de conclusie, dat vergaand
-7-