'Die van rechts' was zijn automatische antwoord, want een voorrangsweg was daar toen niet. Een andere vraag die hij zich nog goed herinnert, was wat er aan een auto moet zitten als hij op de weg is. Toen Jaap o.a. zei 'een richting aanwijzer', bleek dat dat niet per se hoefde, want dat je daar volgens de dokter ook wel een bezem voor mocht gebruiken. Hoewel zijn kennis van de theorie niet geweldig was, ging het met het praktische gedeelte wel zo goed, dat hij toch het papiertje kreeg. In 1929 heeft hij met een kameraad een week of zeven gewerkt in Antwerpen. Ze waren er begin november met de trein naar toe gereisd (een kaartje kostte maar vijf gulden!). Een conducteur gaf hun de naam en het adres van een Haagse schilder die daar 20 man in dienst had, en zo hadden ze vlot werk. Ze moesten wel zelf hun eigen materialen kopen, maar dat kon op afbetaling geregeld worden. Het voldeed hun wel goed, maar met de Kerst wilden ze toch weer liever thuis zijn, en daarna zijn ze niet weer teruggegaan. Het was een mooie erva ring geweest, maar financieel waren ze er niet beter van geworden. Zijn eerste baantje was daarna in Julianadorp, waar hij hetzelfde uurloon kon verdienen als in Antwerpen, nl. zestig cent. Maar zijn baas was aan het eind van de week wel zo tevreden, dat hij hem dertig gulden gaf. Op een gegeven ogenblik is Jaap voor zichzelf begonnen als schilder, en toen heeft hij vaak gemerkt hoeveel ver trouwen men in hem had. Vaak betaalde men b.v. een paar honderd gulden van te voren om verf te kopen. Zo heeft hij vrijwel alle huizen in Nieuwe Niedorp geschilderd. Geregeld maakt hij er nog een wandeling of een fietstocht (een kwartiertje ochtendgymnastiek houdt zijn conditie op peil), en dan kan hij er Zijn blauwe principe heeft Jaap ook duidelijk getoond aan de plaatselijke voetbalvereniging. Hoewel hij er de mede-oprichter van was, heeft hij zich laten schrappen als donateur toen een bierpomp in de kantine werd geplaatst. 'Als ze niet meer zonder bier kunnen, wil ik er geen cent meer aan geven. Kolonie De Kampen Als geheelonthouder, vegetariër, en anti-mili tarist, voelt Jaap zich eigenlijk wel een nazaat van ds. Schermerhorn. De idealistische predikant was onder meer bevriend met Frederik van Eeden, en raakte erg onder de indruk van de landbouwonderneming Walden, waarmee deze in 1898 te Bussum was gestart, en die was gegrondvest op een systeem van gelijkgerechtigheid, geweldloosheid, vege tarisme, anti-militarisme, geheelonthouding etc. Zo kwam het, dat hij in 1903 met andere initiatiefnemers in Nieuwe Niedorp het Federatief Fonds stichtte, dat later de kolonie De Kampen realiseerde. Men begon in een oude boerderij aan de rand van het dorp; geld hiervoor werd geschonken door rijke mensen, die het experiment 'wel leuk' vonden. Bij de boerderij werd een stuk grasland gehuurd, waarvan een deel werd omgeploegd tot bouwland; daarvan moesten de kolonisten leven. Het was een sober leven: de gezinnen kregen 3 Vi gulden per week en tien potjes jam per jaar. Hun belangeloze hulpvaardigheid toonden ze datzelfde jaar b.v. door de kinderen te adopteren van een Amster damse spoorwegarbeider, die na de grote treinwegstaking was ontslagen. Er kwamen steeds meer kolonisten, en daarom kocht men een ander boerderijtje met 6 V7 ha grond. Het oude koloniehuis werd in 1912 afgebroken, en vervangen door een dubbel woonhuis plus werkplaats (smederij). De kolonie beleefde toen een bloeiperiode: veel werk voor de smid en de timmerman, en een florerende tuinbouwafdeling. Verder beschikten ze over uitstekend vee en legden ze zich toe op het verbeteren van de agrarische producten. Later kwam er echter onenigheid en nogal wat mutatie in de bevolking; het einde van de kolonie (in 1953) werd nog versneld, toen enige kolonisten zich de stamboekkoeien toeeigenden, waarop ze meenden recht te hebben. Toch heeft men het met die vijftig jaar veel langer volgehouden dan het voorbeeld Walden: die kolonie is al na tien jaar uit elkaar geknald.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2007 | | pagina 5