-29-
informeerde naar Opie's bijbel. "Die hew ik verkocht dominee," zei Opie, "dat leverde
meer op den 't geloof ooit voor ons arme mense gedaan heb". Dat was een provocatie,
want de bijbel met alle aantekeningen over geboorte en dood stond in de kast. Hij kwam
er alleen nooit uit. Geschokt besloot dominee het dan maar over een andere boeg te
gooien. "Soms," zei hij, "kunnen eenvoudige mensen zulke warme, zuivere gevoelens
hebben. Onlangs sprak ik een eenvoudige vrouw die vertelde, dat zij de koningin had
gezien. Ze had gehuild van ontroering, vertelde ze." Opie's prompte repliek was: "Deer
ken ik ok wel om skreeuwe dominee. Niet om de koningin, maar om al die arme lui die
dr met een rammelende maag achteran lope".
Dominee besloot dit slagveld definitief te verlaten.
Drees
Enkele jaren na de Tweede Wereldoorlog trad de Noodwet Drees in werking. Het begin
van een basisinkomen voor elke Nederlander van 65 jaar en ouder. Weer een aantal jaren
later werd het recht op basispensioen onder Minister Suurhof vastgelegd in de Algemene
Ouderdoms Wet. De totstandkoming van de Noodwet Drees is een zeer belangrijke
gebeurtenis in de Nederlandse geschiedenis. Voor het sociale recht op ouderdoms
pensioen is door de bond voor Staatspensionering heel lang gestreden. Oud en arm was
eeuwenlang het lot voor het gros van de mensen die van jong af hard hadden moeten
werken voor een karig inkomen. Oud, arm en afhankelijk.
De Noodwet Drees was het begin van de bevrijding van dit lot voor massa's mensen.
Niet voor niets werd met respect gesproken over 'Vader Drees'. Opa en Opie konden er
niet over uit dat ze elke week geld kregen van de overheid. En dat ze daar recht op
hadden. Het was geen liefdadigheid. "Twaalf gulden in de week weer je niks voor hoeve
te doen!" zei Opie, verbaasd en bijna ongelovig haar hoofd schuddend. "Dat is toch een
merakel m'n kind". 'Het geld van Drees' kwam voor Opa en Opie als geroepen. Ze
waren al dik in de zeventig en het werk op het boerderijtje begon zwaar voor ze te
worden. Het vee werd verkocht maar een paar schapen, natuurlijk een paar kippen en een
hondje hielden ze in en om het huis. Helemaal zonder beesten, dat kon toch niet. En Opa
hield z'n bouwtje waarop hij aardappelen en peulvruchten teelde voor de hele familie.
Boelhuis
De periode na verkoop van het vee heeft niet zo lang geduurd. Vooral voor Opie werd het
wonen achter in het land, onder toch primitieve omstandigheden, te bezwaarlijk. Op een
dag in 1953 werden de spullen van het bedrijfje openbaar verkocht. Ook het meeste
huisraad moest weg want Opa en Opie verhuisden naar een piepklein kamertje in het
tehuis voor Ouden van Dagen te Nieuwe Niedorp.
Tijdens de verkoping ontstond een nogal ballorige stemming zoals dat wel vaker op een
Toelhuis' gebeurde. De meeste oude spullen waartussen meer dan een halve eeuw was
geleefd gingen voor een appel en een ei van de hand. Een trieste dag voor de tachtigjarige
Kees en Jaantje. Maar ze waren niet door het leven verwend en namen de dingen zoals ze
kwamen.