24-
Tussen welstand en witte schimmel
Je leest af en toe in 'De Niedorper' wanneer de Commissie Welstand in 't gemeentehuis
vergadert, en dat je daar tegenwoordig je eigen bouwplan mag toelichten. Dat is
natuurlijk niet niks! Het is waarschijnlijk een uitvloeisel van het streven naar de
'Openbaarheid van Bestuur' waar je wel eens iets over hoort.
Je hebt als leek natuurlijk sterk het vermoeden dat deze commissie eigenlijk precies
dezelfde is als die zogenaamde Schoonheidscommissie van vroeger. Maar misschien was
dat wel een volkse benaming voor het groepje mensen dat was uitverkoren om de
schoonheid van onze steden en dorpen te beschermen of zelfs te bevorderen. Zo'n club
architectuurdeskundigen waarop je indertijd geen enkele invloed mocht uitoefenen.
Wat zegt mijn Grote Van Dale nou precies over welstand? Ik lees 'het welstaan (gek
woord), fraaiheid van voorkomen, goed uiterlijk', en als voorbeeld in een zinnetje: die
zandstenen banden verhogen de welstand van dat gebouw'. Vervolgens lees ik bij
welstandscommissie: 'commissie die belast is met de zorg voor de naleving van de
welstandsbepalingen.' Nu geef ik toe dat mijn dikke Van Dale uit 1984 stamt, 't Zou dus
best kunnen dat men er intussen een tikkeltje anders over denkt of zich tenminste wat
moderner uitdrukt. Bij dat woord 'welstandsbepalingen' valt er te denken aan bepaalde
normen zodat je bijvoorbeeld niet al te ver boven de omringende dorpsbebouwing mag
uitstijgen. Te hoog zou al gauw betekenen dat je met je opvallende paleisje de hele
omgeving belachelijk maakt. Ik noem maar wat. Je hebt er als buitenstaander eigenlijk
geen idee van aan wat voor voorwaarden je bouwplannetje allemaal moet voldoen.
Misschien is het wel heel lastig om zo'n bouwplan goed te beoordelen. Het wordt je soms
pas duidelijk als het kloeke bouwwerk is verrezen en de vriendelijke woning van de
buurman er ineens wat bedrukt bij staat. Zijn welstand is tot zijn schrik ineens een stuk
minder geworden. Anders wijzen behulpzame dorpsgenoten er wel op. Gelukkig maar dat
niet alleen die welstandscommissie het voor het zeggen heeft. Bouw- en Woningtoezicht
is er ook nog. En niet te vergeten De Raad. Die heeft uiteindelijk het laatste woord. Als het
dan nog verkeerd gaat is in elk geval niemand meer persoonlijk aansprakelijk. Dat scheelt
een stuk.
Hierna een foto van een bouwwerk in de directe omgeving van het Winkelcentrum.
Dertien van de vijftien raadsleden vonden dit op papier heel acceptabel. Democratisch
gezien was er dus geen vuiltje aan de lucht. Twee op de vijftien die er anders over
dachten. Zo'n petieterige minderheid moet kunnen. (Als ik zelf in de raad had gezeten
waren het er drie op de vijftien geweest. Maar dat stelt nog niets voor.) Je kunt je
natuurlijk afvragen hoe die meerderheid er 'nu' tegenaan kijkt. Ik vermoed met de nodige
onverschilligheid. Letten op de esthetische kanten van een bouwwerk is toch meer iets
voor deskundigen, kunstschilders en fotografen? Daar hoef je je als raadslid niet te veel
mee te vermoeien. Er zijn al problemen genoeg.
door Jan Keuken