Vlak na de oorlog heeft hij zich bijzonder ingespannen om de hogeschool na alle
vernielingen weer de nodige ruimte te geven. Wageningen had als frontplaats bij de Rijn,
met de elkaar beschietende geallieerden en Duitsers, aanzienlijke schade opgelopen. De
bijgaande foto van Vissers huis op de Wageningse berg zegt wat dat betreft al genoeg. De
brandkast bleek uiteraard opengebroken en geld en sieraden waren weg. Alles wat men
graag wilde bewaren had men in de kelders ondergebracht. Soldaten hadden die ruimten
echter tot verblijven ingericht en wat hen in de weg lag in het schuurtje gegooid. Volgens
de verhalen in de familie was professor Visser het meest verbijsterd door het misbruik
van zijn boeken. De Duitse soldaten hadden ze als tegels gebruikt in de tuin om hun
laarzen schoon te houden! Dit simpele staaltje van oorlogsvandalisme zou hem, naar
verluidt, zo'n knauw hebben gegeven dat het waarschijnlijk mede de oorzaak was van
zijn overlijden in het jaar na zijn pensionering.
In de aula van de Universiteit Wageningen - zoals de Hogeschool tegenwoordig heet -
hangt een groot geschilderd portret van Maurits Visser. Men was hem zeer erkentelijk.
Bij zijn afscheid werden mooie woorden
gesproken. Zo sprak de vertegenwoordiger
van de 21 waterschappen in het land van
Heusden en Altena (ten oosten van de
Biesbosch) vol lof over het optreden van
Visser. Er was bij alle adviezen nooit sprake
geweest van een irritant professoraal toontje,
maar altijd van een vriendelijke hulpvaar
digheid in begrijpelijke taal die de boeren
bijzonder aansprak. Speciaal moest echter
genoemd worden het elektrisch gemaal te
Nieuwendijk met zijn drie pompen. Het werd
helaas door de Duitsers vernietigd, maar de
ingenieurs van Rijkswaterstaat die het herstel
moesten regelen waren vol bewondering voor
de prachtige installatie, ook al lag hij nu in
duigen.
En verder de elektrische bemaling bij
Almkerk met haar twee afzonderlijke gemalen
die door slechts één machinist bediend kon
worden. Dat was een juweel dat andere waterschappen met jaloezie vervulde.
Een van zijn voormalige studenten bracht naar voren dat Prof. Visser bij de Nederlandse
boer inmiddels zó bekend was geworden dat men bij het horen van zijn naam meteen
wilde weten of het hier om de bekende man uit Wageningen ging. Als die boer tevens
waterschapsbestuurder was lag die vraag nogal voor de hand. Een echte paardenfokker
kende ongetwijfeld de proeven met de rosmolen waarbij werd nagegaan hoeveel
paardenkrachten zo'n paard nou eigenlijk kon ontwikkelen. En dat was een veelvoud van
1 pk! Maar grappig genoeg nogal afhankelijk van het feit of het paard plezier had in zijn
werk! Wanneer men te doen had met een zaadteler was de kans groot dat hij de
warmwaterontsmetter van Visser gebruikte. Een veehouder had wellicht proeven
-10-
Professor Visser