worden ontslagen luidde
als regel de uitslag van
het gesprek. Om voor
zijn soms grote gezin
voldoende eten op tafel te
hebben werd nog z.g.n.
'los werk' verricht, in de
jaren 1930-1940 tegen
een uurloon van 0,35
0,16). Meestal was dit bij
de boeren of landbou
wers.
Molenaars waren idea
listen die leefden voor
hun beroep en het buiten
zijn, waarbij ze ondanks
de soms minder gemak
kelijke bazen toch een
betrekkelijk vrij en zelf
standig leven hadden.
Eenden bij de molen
De molenaars moesten
hun werkzaamheden voor
de polder verrichten
volgens de 'instructie
voor de molenaar'Iedere
polder had zijn instructie.
Bij de één betrof dat nog
geen tien artikelen, bij de ander was dit het dubbele aantal. Kwamen er klachten over
de molenaar binnen dan werden de instructies erbij gehaald en werd de molenaar ter
verantwoording geroepen. Comelis Smit, in 1865 molenaar van de Niedorperpolder,
hield bij herhaling eenden om en in het water bij de molen, hoewel dit volgens zijn
instructies was verboden. Aangezien Smit zich aan het verbod niet stoorde werd hem
te verstaan gegeven: "de eenden opruimen of de molen per 1 mei 1866 ontruimen". De
eenden werden door Smit opgeruimd. De molenaar was verplicht met zijn gezin in de
molen te wonen. Op zijn erf en in de molen mocht zich, om brand tegen te gaan, geen
vlas, stro, hooi of dergelijke bevinden en diende alles nagelaten te worden wat brand
kon bevorderen.
Inwoning van de ouders
Het kwam nogal eens voor dat sommige families enkele generaties lang dezelfde
molen bleven bedienen. Dit kon het gevolg zijn van de goede naam die zij als
molenaar hadden, maar ook speelden er wel andere motieven mee. In 1809 werd Gerrit
Kuiper, molenaar bij de Oosterpolder sedert 1786, ontslagen vanwege zijn hoge
ouderdom en de in verband daarmee geringe activiteiten voor de polder. Als opvolger
-8-
mËËÈËÈËm
De in 1917 in de Moerbeekerpolder geplaatste Hercules windmotor