-35-
Over fietsen, honden en kersen, een nogal persoonlijk verhaal
Tot groot verdriet van mijn sportminnende vader was ik bepaald niet in de wieg gelegd
als veelbelovend voetballer noch als een toekomstig kampioen op de smalle ijzers,
daarvoor waren de enkels nu eenmaal te zwak. Daar stond gelukkig tegenover dat ik
behoorlijk vooruit kon op het oude rijwiel van mijn grootvader. Grote afstanden
speelden geen rol van betekenis. Op een vrije middag mocht ik bijvoorbeeld graag
even een ritje maken naar Amsterdam om me zelf te trakteren op zo'n wereldberoemd
ijsje van Gamba in de Reguliersbreestraat.
Toen ik tot vaders grote genoegen in 1949 de ronde van Nierup won op die inmiddels
stokoude fiets, met ouderwetse bandrem en mijn knieën boven het stuur, duurde het
niet lang meer of ik mocht met hem samen een heuse tweedehands racefiets ophalen
ergens uit het midden van Friesland. Trots als een pauw reed ik erop naar huis, niet
gehinderd door wat dan ook, terwijl vader 't hele stuk terugreed behangen met diverse
reservewielen en mijn oude fiets aan de hand.
Met veel plezier heb ik vervolgens tijdens mijn puberteitsjaren de wielersport
beoefend. Je overtollige energie moet toch ergens heen. Het hield me natuurlijk niet
van de straat, integendeel. Een van de meest frustrerende dingen die je tijdens een
wedstrijd of training kon gebeuren was een loslopende hond. Als je daar over viel kon
je op z'n minst allerlei gemene schaafwonden oplopen om van erger maar te zwijgen.
Wielrenners hebben in het algemeen een gloeiende hekel aan rondlopende honden en
dat gaat nooit meer over.
Bij ons thuis hadden we
ook een hond die echter
geen kwaad kon doen. Hij
lag altijd in alle rust voor
het bed van mijn oudste
zuster. Je hoefde hem nooit
eten te geven noch uit te
laten, om de eenvoudige
reden dat hij eigenlijk
alleen nog maar uit vacht
bestond.
Die vacht mocht er
trouwens wezen; hij was
nota bene afkomstig van
zo'n indrukwekkende sint-
bernard. Het was eigenlijk
een soort erfstuk van
burgemeester Ariën (Arie)
Visser. Hij vond het
blijkbaar zonde om het trouwe dier na zijn dood zo maar onder de grond te stoppen. In
zijn tijd kon men in de buurt nog wel een viller vinden die de vacht vakkundig kon
door Jan Keuken
Op de voorgrond burgemeester Visser met zijn sint-bernard. Op de
achtergrond de smederij van Ewoud Schild. Hier was vroeger ook de
waag gevestigd. De smederij is in 1918 verbouwd. Daarnaast het in
1913 afgebroken café van Wouter Goedmaat.