-32-
tegengehouden door een nu nog altijd duidelijk aanwezig dijklichaam onder en langs
de Oosterweg. De banne (gemeente) Winkel moest voor het bovenloopje van het prille
beekje maar een andere afwatering regelen. Dat zal wellicht geen groot probleem zijn
geweest.
De oorsprong van de beek brengt ons meteen op een heel ander interessant punt. De
oude naam Overewinkel is eerder wel geïnterpreteerd als een woonplaats over een
verondersteld moerasriviertje met de naam de Winkel. Maar zeker zo waarschijnlijk
lijkt het bij nader inzien, dat Overewinkel 'hoger liggend stuk grond' heeft betekend.
Zo'n totaal andere uitleg blijkt heel goed mogelijk.
Ter illustratie en vergelijking even twee vliegen in één klap: ik noem hier Ureterp, een
dorp in Friesland. Het werd vroeger geschreven als Urathorp, waarbij 'ur' volgens de
taalkundigen als 'over' hier in feite 'hoger gelegen' betekent en thorp, zoals hierboven
al vermeld, gewoon dorp. Er is bij dit dorp echt geen sprake geweest van een door
mensen opgeworpen verhoging tegen overstromingen. Zoiets heette trouwens in
Noord-Nederland aanvankelijk een 'wierde'. Veel plaatsnamen eindigen daar nog op
'wier(de)' of enigszins verbasterd als 'werd', bijvoorbeeld het beroemde Jorwerd van
Geert Mak. Bij ons in Noord-Holland is een terp echter wel degelijk een hoogte, zoals
bijv. Avendoip bij Schagen. Op het kaartje van onze Beets (ca. 1900) is op de rand van
de veer ook nog een aanzienlijke terp te vinden!
waarschijnlijk
de Weere.
Geddingmore
Mogen we Overewinkel als de
meest oorspronkelijke naam van
Winkel aannemen? Voorlopig wel.
Dat Overewinkel wordt vlak voor
Brunwere in de beschrijving van
het grote aangrenzend
moerasgebied Geddingmore
genoemd. Brunwere is in de loop
der tijd
vereenvoudigd tot
Misschien door het werkelijk
verdwijnen van het 'brune' oftewel
de 'bruine turfaarde'. Maar vrijwel
alle plaatsnamen veranderen in de
loop van de tijd. Soms een klein
beetje, soms nog duidelijk herken
baar en soms volkomen onher
kenbaar. Om alle plaatsen nog even
te berde te brengen die in de eerste
helft van de 12e eeuw bij dit gebied
worden opgenoemd: Harecheren-
ord, Crepelfliet, Warachnes en
verder Sibodesmaer, Thiadenvenne, Notlevenes, Overewinkel en Brunwere. Alleen de
eerste drie zouden volgens de Latijnse tekst aan de buitenkant van het gebied liggen,
De Lutjewinkeler Weere met de Weeresloot