-31- Maar het is echt te veel noordelijk van bouwplan 't Veld-Noord om in die omgeving een belangrijke rol gespeeld te kunnen hebben. Een veerverkaveling was bijna vanzelfsprekend op plaatsen waar een beekje als het ware door een kom liep. In ons geval was er op relatief korte afstand een verschil van vier tot zeven decimeter. Dat was ruim voldoende om met te graven scheidingssloten - schuin in de richting van de hoofdstroom - voor een behoorlijke afwatering te zorgen. Sommige scheidingsslootjes waren al van nature als kleine zijbeekjes aanwezig. Vandaar ook de gebiedsnaam 'de Bee(t)sen'. Onze Beets is helaas over het hoofd gezien door J. Renes die zich indertijd als historisch geograaf heeft bemoeid met de grote herverkaveling in de jaren zeventig. Daardoor is er jammer genoeg van die voormalige veerverkaveling niets, maar dan ook helemaal niets behouden gebleven. Jan Beenakker heeft bij de hierboven genoemde studie, gek genoeg, dezelfde vergissing begaan. Dat heeft er o.a. toe geleid dat er verkeerde conclusies zijn getrokken bij die veronderstelde land schapsontwikkeling. Volgens Beenakker lag het algemene maaiveld omstreeks 1500 nog ongeveer gelijk aan NAP en kwamen de kreekruggen er pas in de volgende anderhalve eeuw bovenuit steken. Juist aan die voormalige veerverkaveling en het aanvankelijke verloop van de Beets is echter op te merken dat zo'n rug van Winkel waarschijnlijk al heel vroeg boven de omgeving uitstak. Als we vaststellen dat de bepoldering van het Kostverlorengebied ergens in het begin van de 16e eeuw plaats vond, mag volgens mij worden aangenomen dat genoemde veerverkaveling al van veel oudere datum moet stammen. De veer als zodanig had natuurlijk alles te maken met de toen al aanwezige hoogteverschillen in de directe omgeving! Ook wat dat betreft kan er geen sprake van zijn dat dit gebied indertijd nog vrijwel vlak was en ongeveer gelijk aan NAP. De hoogteverschillen onder de voormalige veenlaag, in de ondergrond, moeten al veel eerder aan de oppervlakte zijn getreden dan Beenakker concludeert. En bovendien geeft die oude Friese naam 'Beets' voor het Hollandse 'Beek' al aan dat we ook hier iets heel ouds onder de loep hebben. Echt eeuwen ouder dan 'omstreeks 1500'. Later ontbreken opvallend veel stukken in die schuin instekende afwateringen. Zo zien wij ze op de kadasterkaarten van omstreeks 1820. Dat geeft naar mijn idee aan, dat er na invoering van de bemaling in het Kostverlorengebied in 't begin van de 16e eeuw, veel minder behoefte ontstond aan al die oude afwateringsslootjes. Maar wat gebeurde er dan wel met het oorspronkelijke beekwater vanaf de Winkeler hoogte? Dat werd na de bepoldering De dorpsstraat in Winkel aan het westeind gaat merkbaar omhoog tot aan de Schei- dersweg. Dat was voorheen ook bijzonder goed te zien aan de steeds dieper liggende Voorsloot.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2006 | | pagina 31