-30-
behouden uit de tijd dat het Hollands hier nog geen of weinig opgang had gemaakt,
anders was het wel de Laak geworden. We hebben dus met een behoorlijk oud
middeleeuws watertje te maken. Jan Beenakker besteedt er in zijn studie van onze
waterschapsgeschiedenis en landschapsontwikkeling, neergelegd in zijn boek 'Van
Rentersluze tot Strijkmolen', geen woord aan. Hij vond het dus in het grote verband
van onze koggen van geen enkel belang. Ik meen dat hij hierin gelijk heeft, 't Watertje
zal, hoe dan ook ontstaan, waarschijnlijk slechts een zeer beperkte lokale betekenis
hebben gehad.
Het externe bureau heeft zich m.i. wel wat erg eenzijdig georiënteerd en er zich
blijkbaar met een enkel informatief geschrift vanaf gemaakt. Ondanks mijn
bemerkingen heeft men het kennelijk niet nodig gevonden iets aan het concept te
veranderen getuige het uiteindelijke 'beeldkwaliteitsplan'. Voor de nieuwe woonwijk
maakt dat overigens niets uit.
De Beets
Het was misschien ook wat zinvoller geweest om in verband met 't Veld-Noord onze
Beets te noemen die eertijds vanaf het Winkelerzand via een typische veerverkaveling
vanaf de Westerweg 't veld binnenstroomde. Die hoofdbeek liep door het gebied de
'Bee(t)sen' en eindigde bij de Beijtse- (ofwel Beetse) brug. Hij stroomde vandaar
waarschijnlijk verder naar het noordwesten. Hoe precies is tot dusver onduidelijk.
In de loop der tijd zijn er zoveel veranderingen in de oorspronkelijke 'veer', dat deze moeilijk meer herkend
werd. De veranderingen hebben waarschijnlijk plaats gehad na het bepolderen van het gebied. De hoofdbeek,
afkomstig van het Winkeler Zand, stroomde o.a. door de zogeheten 'Beetsen' en vervolgens onder de
Beijtse- of Beetsebrug door. Waarheen is nog volstrekt onduidelijk.