Met Arie de Graaf het Kolhorner zeegat uit
Dit verhaal over het vissersleven van Arie de Graaf is door hemzelf op schrift gesteld.
Het is al weer enige jaren geleden, dat de authentieke Staverse jol, de KH 44, na veel
omzwervingen voorgoed terugkwam naar Kolhorn. Zomers ligt deze stalen jol in alle
rust te pronken in de Kolhorner haven, meestal afgemeerd tegen de dijk, pal voor
museum de Turfschuur. De historie van de KH44 heeft weinig geheimen meer.
Op 23 april 1900 liep de Staverse jol van stapel bij Nicolaas Witsen te Alkmaar. Pieter
Bood IJsbrzn was de opdrachtgever. Hij betaalde bijna vierhonderd gulden voor deze
stalen jol. De wit geverfde jol heette "Jansje Johanna" naar de jongste dochter van
Pieter Bood. Na enige jaren vissen deed Pieter Bood zijn schip over aan zijn zoon
Cornelis, die er tot 1912 de Zuiderzee mee bevoer. Tussen 1912 en 1919 is de
ansjovisboot in Broek op Langedijk beland want Arie de Graaf kocht de Staverse jol
in het najaar van 1919 van Pieter Beers uit Broek op Langedijk en in 1919 beginnen
ook de memoires van visserman Arie de Graaf.
door Jan Smit
Vergane glorie; de Kolhorner jollenvloot zeilt hier omstreeks 1915 de haven uit. Zeilend met weinig wind
zijn ze hier de zeesluis reeds gepasseerd en bevinden ze zich op de foto tussen de strekdammen op weg naar
de visgronden in de Zuiderzee