-23- leden, de heer Jacob Langedijk en ik zijn afgevaardigd om U namens allen te feliciteren en U een geschenk aan te bieden, bestaande uit een boek over het geslacht Borgia. En een ruiker bloemen die moet vertolken de liefde en verering die wij U toedragen. Dominee, U bent zo lang onze voorganger geweest. Door U hebben wij leren zien, door U hebben wij leren denken en als wij naar U luisterden, dan was het, of er iets van de geestdrift die U bezielde, overging in onze harten. Wij hebben U liefgehad Schermerhorn, wij hebben U vereerd en dat doen we nog. U bent het geweest die van het dorp heeft gemaakt 'het rooie dorp', het dorp waar de mensen een ruime levensopvatting hebben, waar het culturele leven bloeit en waar de bekrompenheid, die in sommige dorpen zo deprimerend kan werken, ver te zoeken is. I m ln Nicuwe NiedorP> in die grote N.Hervormde kerk zijt gij week aan week opgetreden en Uw prediking heeft ons het geloof gegeven. Niet zo zeer in een god die de wereld leidt naar zijn verheven wil, maar het geloof in de mens. Dat wil zeggen het geloof in de uit eindelijke vervolmaking van de menselijke geest die een maal hier op aarde een hemel zal scheppen. En deze predi king dominee, was het, die U in botsing bracht met de officiële kerk. Toch is het Uw tegenstanders nooit gelukt U uit Uw predikambt te verdrin gen en ge zijt bij ons gebleven tot uw emeritaat en dat is ons altijd een grote voldoening geweest. Dominee, een rijk leven ligt DpfD Dkkgv kg' ■kmSfDjjlj achter IJ, een leven vol strijd. Tachtig jaar bent U geworden. Welk een klein percentage van Het interieur van de Hervormde kerk de mensen bereikt deze leef tijd? En gij, die zo'n moeilijk en jachtend leven achter U hebt, gij beleeft dat in volle gezondheid en helder van geest. Voor ons zijt ge de verpersoonlijking van de strijder, de strijder voor waarheid en recht, voor de individuele vrijheid van de mens. En ik wil mijn woorden beëindigen met een wens, een wens van al Uw vrienden van Nieuwe Niedorp. Nog vele jaren, dominee!' En hierbij drukte ik hem de hand. De tranen stonden hem in de ogen. Ook ik had het te kwaad. Nog even was het stil, toen barstte het applaus los.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2006 | | pagina 25