-17- Het levensverhaal van Piet Zwagerman, deel XIX In die jaren na de oorlog, zo tussen 1946 en 1950, waren vele zaken aan de orde en zoals ik al eerder schreef, een deel van die drukte opluchting in mei 1945; had ik te verwerken. Onze dorpszaken dan, het hakenkruis opgesloten achter prikkeldraad want als de mensen wat hadden te vragen en daarvoor eigenlijk naar het raadhuis hadden te gaan, dan kwamen ze liever 's avonds bij ons aan huis. De burgemeester, J. Baken, was een vreemde en bovendien ook burgemeester van Winkel, zodat hij slechts drie ochtenden in de week te spreken was. En van die drie had hij soms wel een vergadering in Haarlem of Den Haag, zodat je niet bij hem terecht kon. Zodoende zaten Co en ik vele avonden met iemand in de kamer die wat op z'n hart had en ik legde het Baken dan weer voor. Veel besprekingen hebben wij samen gehad en hoewel hij in Nieuwe Niedorp nooit een geliefde burgemeester is geworden, heb ik hem tegenover anderen altijd hoog gehouden. Hij was een eerlijk, hoogstaand man die z'n best deed de zaken betreffende de gemeente zo goed mogelijk te behartigen. Dat hij niet altijd slaagde, geen wonder; niemand kan het iedereen naar de zin maken. Maar ik, die tien en een half jaar zijn wethouder ben geweest, ik heb hem in die tijd goed leren kennen en waarderen. Zelfs in dorpen, waar anders nooit iets te beleven viel, werd feest gevierd. En doordat ieder er aan meedeed en zijn beste beentje voorzette, was het nog mooi ook. In ons dorp waren er velen die 's avonds hun tuintje elektrisch verlichtten; zo ook wij, en het was een feeëriek gezicht. Onze buurman Coops had het aangelegd en z'n best gedaan. Nauwelijks waren die feestelijkheden van de lucht of er werden buurtfeesten georganiseerd, 't Was inmiddels het laatst van september geworden en die feesten werden gehouden in de twee grote cafés. Alweer deed ieder mee; er werd gesprongen, voorgedragen, gegeten en gedronken, maar bijna geen alcoholhoudende dranken, want die waren er haast nog niet en anders te duur voor gewone beurzen. Nu wordt er wel eens gezegd, dat een Hollander niet kan zingen of feestvieren voor hij gek of dronken is, maar dat kwam anders uit. Mooie feesten waren het, zelfs zo mooi, dat sommige buurten het nóg enige malen hebben gedaan, maar langzamerhand is het toch uitgesleten. Een ellendige gebeurtenis maakte op het laatste feest, in het café bij de kerk, een ontijdig einde aan de pret. Er was gedanst; de deelnemers aan het dansje waren weer aan tafel gegaan, toen een nog tamelijk jonge vrouw achterover zakte in haar stoel. Hulp mocht niet meer baten. Een hartverlamming had een einde aan haar leven gemaakt. Co en ik waren gelukkig niet op dat feest aanwezig. De overledene was de vrouw van schilder Gerrit Rezelman en moeder van drie nog niet volwassen meisjes. r ji j-ji. Hier een treffende illustratie van de feestelijke

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2006 | | pagina 19