was. Dat werd door de boer keurig in het Duits vertaald: 'Er hat keine Waffen'. De
Amerikaan werd daarna al gauw lopend naast het paard afgevoerd.
De heer J.J Boogaardt uit Winkel vertelde dat hij ook getuige was geweest van het een
en ander. Eerst raakte het vliegtuig achterop, er werd een rookpluim zichtbaar en het
toestel bewoog zich steeds sneller en sneller naar beneden. Vlammen werden zichtbaar
aan de linkerkant, de linkervleugel brak af en het toestel stortte neer. Vanaf zijn plek
aan de Weereweg zag hij een parachutist noordelijk van de zuivelfabriek neerkomen.
Samen met een neef die melk had gehaald bij de fabriek had hij een kort gesprek met
de Amerikaan. De man was behoorlijk zenuwachtig, maar wist toch duidelijk te maken
dat alle bemanningsleden het toestel op tijd hadden verlaten, dat ze de bommenlast al
boven zee hadden laten vallen en dat hij dit alles 'terrible' vond. Hij had een
revolver bij zich die nu maar beter door de neef naar een lid van de ondergrondse
gebracht kon worden. De Duitsers waren snel ter plekke, naar verluidt omdat er 'een
klein contingent Duitsers in een bunkerverblijf te Barsingerhorn verbleef. Men zal
hier zeer waarschijnlijk de bunker bij de Lutjewinkeler Weere bedoelen.
Bij de melkfabriek was tijdens het ontplooien van de parachutes nog een lichte paniek
uitgebroken. Er waren nogal wat mensen om wat melk te bemachtigen of gebruik te
maken van de daar aanwezige gaarkeuken. Men vluchtte alle kanten op, omdat men de
witte bolletjes aanvankelijk voor bommen aanzag. Tiemen van Essen was met paard
en wagen op weg naar het land toen hij zowel het neerkomende vliegtuig als de
parachutisten in het oog kreeg. Er stond een strakke wind. Daardoor werd een van de
parachutisten door het bolstaande doek over een stuk bouwland gesleept. Tiemen liet
zich op dat doek vallen waardoor de vlieger zich los kon gespen. Ook hier waren de
Duitsers er als de kippen bij.
De heer J.H. Oudt was naar zijn zeggen met zijn gedachten bij zijn vrouw die in
verwachting was toen hij de parachutisten zo laag over de fabriek zag scheren. Zo laag
dat hij hun gezichten kon zien. Van de schrik gooide hij zijn melkfles van zich af. Hij
herinnert zich dat een van de bemanningsleden in de Groetpolder neerkwam waar
toevallig een collega van hem er snel bij was. 't Was de Duitsers echter ook niet
ontgaan en in minder dan geen tijd waren ze daar aanwezig. Een van de Duitsers
bedreigde de Amerikaan dusdanig met de kolf van zijn geweer dat Oudts collega er op
durfde wijzen, dat zoiets ongepast was. De Duitser verdedigde zijn agressieve
optreden met de opmerking dat dit soort kerels zijn Duitse steden bombardeerden en
daarbij ook kinderen doodden.
De heer W. van Rijn was net vader geworden en ging op weg naar het gemeentehuis
om zijn dochter aan te geven. Tot zijn verbijstering kwam daar niets van terecht omdat
het gemeentehuis in beslag werd genomen door een stel Duitsers die een klein groepje
gevangen Amerikaanse bemanningsleden voor verhoor naar binnen hadden gevoerd.
Beide partijen schreeuwden even hard. De ene partij omdat ze zich als overwinnaar
manifesteerde, de andere omdat ze zich niet wenste te laten intimideren.
Een van de parachutisten was neergekomen bij Nieuwe Niedorp. Boer Goedhart was
daar toevallig aan het hooien. Hij was onmiddellijk van plan dit bemanningslid te
verbergen voor de Duitsers. Jammer genoeg was hij niet de enige getuige van dit
neerkomen. Met een grote mond legde hij de omstanders het zwijgen op en vroeg ze