-34-
grotendeels onverdeeld gebied waarbinnen dan zelfstandig geboerd wordt. De
genoemde moolendijck is hier de kade van de Nieuwesloot, die soms ook wel ringdijk
genoemd wordt.
De naam oude cade wordt in de stukken van het Oud Recht herhaaldelijk gebruikt. Als
men het over de noorderkade heeft, bedoelt men de noordelijker kade langs de
westelijke uitloper van de Ringsloot. De oude cade kan men zien als een vroegere
begrenzing van de polder, vóórdat de ringsloot gegraven werd.
Aan de Oude Niedorper kant van de bannesloot bezaten de gebroeders ook land. Zo is
er bijvoorbeeld sprake van een middelweijd van ca. 20 geers, met jonkheer Arent
Tserclaes ten zuiden en de Noordercade noord.
Het gaat hier om een verdeling in derde parten aan erfgenamen waarvan we er slechts
één zullen noemen: 'joncfrou Geertruijt van Bronchorst, weduwe van Arnold
Tserclaes'. Deze broer van Floris komt nu tenminste ook een keer, zij het indirect, aan
de beurt. Vader Charles c.s. wordt alleen genoemd omdat hij in 1581 een 'dading' (een
minnelijke schikking) heeft met de regeerders van Oude en Nieuwe Niedorp in
verband met vrijheid van omslagen (bepaalde belastingen) over landerijen.
Oesendrop
In 1656 blijkt Pieter lammertsz huijsman verhuisd naar de Ouwedijck, het kleine
poldertje vlak bij de Westerkampermolen ten noorden van de Ringsloot. Hij verkoopt
samen met Zijvert cornelisz timmerman aan Goswinus nog een oude hofsteed (zijn
voormalige woonerf) comende bewesten de oude hofsteed van Mr. Gosewinus bij sijne
woninge ende nijewe hofstede aldaer. Dan komt er een moeilijke zinsnede in een
overigens ook nogal lastige tekst die hier wat aarzelend, (uitsluitend voor de oprechte
liefhebbers) in een kleiner lettertype wordt afgedrukt - de oostcant dwarsaf soo verre streckende
Gezicht vanaf de verdwenen valbrug. Hier liep vroeger de Nieuwesloot die de nog niet bestaande Hartweg
kruiste. Op een steenworp vanaf deze z.g. kruising stond de molen. (Aan de andere kant van de Hartweg.)