-29-
Terug naar Panhuys en Oosterkampen
Een illegaal geurtje
Een paar jaar geleden is er al behoorlijk wat aandacht geschonken aan 't Panhuys in de
Kampen. Deze intrigerende naam was te lezen op een kaart uit 1611 getekend door
Gerrit Dircksz Langendijk, een landmeter uit onze naaste omgeving. Dat zal men zich
waarschijnlijk wel herinneren, 't Was de vraag of er sprake zou zijn van een brouwerij
dan wel simpelweg van een met pannen gedekt huis. Beide mogelijkheden leken reëel.
In ons blad van mei 2003 werd de knoop uiteindelijk doorgehakt. Op grond van
nieuwe gegevens werd er min of meer definitief besloten tot een bierbrouwerijEen
plattelandsbrouwerij met een onmiskenbaar illegaal geurtje.
In het algemeen werd zo'n buitenbrouwerij van bovenaf verboden wegens het verlies
aan stedelijke bierimpost, indertijd een van de allerbelangrijkste belastingen. Voor
Cornelis Jansz, burgemeester der stadt Enchuijsen, golden kennelijk andere regels.
Het hemd was ook toentertijd nader dan de rok.
Hij kwam uit een brouwersfamilie en was zelf ook brouwer. In de akten van het
Niedorper Oud Recht zien we die toevoeging herhaald. Aanvankelijk was er nog enige
reserve t.a.v. zijn praktische werkzaamheden. We dachten eerder aan de plaats van
herkomst, Enkhuizen, maar langzamerhand won de overtuiging veld, dat hij (ook) hier
een werkende brouwerij bestierd moet hebben.
Een merkwaardige schadeloosstelling
Op ongeveer diezelfde plek verrees later, zoals men zich wellicht zal herinneren, een
aanzienlijk buitenverblijf, met zelfs een gedeeltelijke ringgracht. We kunnen wel
aannemen dat zoiets in de directe omgeving veel indruk gemaakt zal hebben. In enkele
opeenvolgende artikelen is over dat buitenverblijf uiteraard al een en ander verteld. Er
zijn persoonsnamen genoemd die wat betreft hun familieverband, nog wat nader
konden worden toegelicht. Maar bij sommige personen was er door de beperkte
informatie nog helemaal niets te melden.
Omdat het vaak niet de eersten de besten waren, maar leden van, wat je noemt,
invloedrijke families die jarenlang hun stempel hebben gezet op onze regionale of
zelfs nationale geschiedenis, wil ik ze, voor zover mogelijk, wat meer voor het
voetlicht halen. Al is het maar zijdelings. Als eerstgevonden eigenaar van land in de
naaste omgeving van 't Panhuys kwamen we een jonkheer Floris Tserclaes tegen die
in verband met een schuld van ca. 230 carolus guldens aan Cornelis Jansz van
Enchuysen, en meerdere schuldeisers, een stuk land van z.g. 14 geers moest opgeven,
't Werd geconfisqueerd. Dat is inmiddels al weer ruim vier eeuwen geleden en had
plaats in een van de meest ingrijpende perioden van onze nationale geschiedenis: 1568
- 1648. De 80-jarige oorlog, zoals de ouderen onder ons nog op school geleerd
hebben. Tegenwoordig heet dat wat minder heftig De Opstand.
Om terug te keren naar Floris Tserclaes: we weten inmiddels wat meer over de reden
van de confiscatie. De jonkheer was in 1585 borg voor ene Mr Ghijsbert van
door Jan Keuken en Annet Klomp-Keuken