De Zeehaven van Lutjewinkel Het lijkt onwaarschijnlijk, maar het kleine boerendorpje Lutjewinkel had vanaf 1655 de beschikking over een eigen zeehaven, waar schepen als smakken, lichters en wijdschepen veilig gelost konden worden. In de zeventiende eeuw was het groet- polderland tussen de boerderijen van Kistemaker en Berkhout de plaats waar turf, wier en zwerfkeien voor de dijkverzwaring en houtwaren uit de Oostzeelanden aan land werden gebracht. De Lutjewinkelerhaven was er zeker niet gekomen als in verband met de wateroverlast in 1653 geen scheiding was ontstaan tussen de Schager- en de Niedorperkogge. Problemen met de afwatering in de Niedorperkogge onstonden eigenlijk al in de zestiende eeuw. De eerste molens maalden rond 1500 in de Niedorperkogge. Omstreeks 1520 volgde de Schagerkogge met molenbemaling. Problemen met grote wateroverlast waren dus het eerst in de Niedorperkogge te bespeuren. De afwatering van beide koggen lag bij Kolhorn. Hier moest het water via drie spuisluizen in de zeedijk op de Zuiderzee geloosd worden. Ook ontginning en ontwatering van het dikke veenpakket in de Niedorperkogge leidde tot behoorlijke inklinking, met als gevolg wateroverlast. -26- door Jan Smit Vanaf de zeedijk een blik op de Molenkade richting Lutjewinkel. De vijf strijkmolens hebben de zeilen voor en malen volop. Het zal in de winter of herfst zijn want de bomen zijn kaal. De foto zal omstreeks 1905 gemaakt zijn. Rechts op de foto, met de jeugd van Lut ervoor, is strijkmolen nr. 1, links de nrs. 2, 3 en 4, en aan de andere kant van de Grote Kolk, in het midden van de foto zien we strijkmolen nr. 5. Op de voorgrond het arbeiderswoninkje metpoepdoosvan de familie Gutker. De stolp staat er nog steeds en is van de familie Smak, bekend van de "krombekken"bruine bonen en grauwe en groene erwten.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2005 | | pagina 28