-31-
De heer D. Kuilman drong er in 1903 als lid van de plaatselijke gezondheidscommissie
op aan dat in de Slijksteeg een onderzoek werd ingesteld naar de woonomstandig
heden. De hygiëne en het woonbestand in die buurt tartten alle gestelde normen. Een
half jaar later werd medegedeeld dat de leefbaarheid in de Slijksteeg niet geheel zo
was als deze behoorde te zijn. De rijweg en afwatering moesten verbeterd worden,
terwijl er acht nieuwe privaten waren getimmerd. Deze buurt wordt officieel al vanaf
de 17e eeuw Westerweg genoemd. Tot enkele tientallen jaren geleden droeg het
bebouwde gedeelte nog de bijnaam van Slijksteeg. Die naam was gedurende vele jaren
gebruikelijk bij zowel de inwoners als het gemeentebestuur. De bijnaam geeft
voldoende aan hoe zij is ontstaan. Slijk of slik is een natte moddergrond, waarmee
duidelijk wordt, dat de Slijksteeg in het verleden een woonbuurt was met een natte en
modderige omgeving.
Vuilnisophaaldienst in Nieuwe Niedorp
In 1921 verzocht een 40-tal inwoners het gemeentebestuur eraan mee te werken dat
voor het dorp een vuilnisophaaldienst werd ingesteld. De gemeenteraad stond daar
voor open, te meer omdat er regelmatig veel vuilnis in de Voorsloot werd
gedeponeerd. Deelname aan de ophaaldienst zou op vrijwillige basis zijn tegen een
wekelijkse bijdrage van tien cent. De niet gedekte kosten kwamen voor rekening van
de gemeente. Er werd een circulaire met informatie huis aan huis in het dorp bezorgd.
Toen de bewoners daaruit vernamen dat er kosten aan waren verbonden zakte snel de
aanvankelijke animo voor deelname aan de ophaaldienst. Er bleken zich slechts vijf
personen te hebben opgegeven. Eloewel teleurgesteld door de geringe deelname
besloten burgemeester en wethouders toch met de dienst te beginnen, in de hoop dat
meerdere inwoners zich zouden aansluiten. Van onvermogenden zou het huisvuil
gratis worden meegenomen. Het vuil werd wekelijks per schuit opgehaald, eerst door
C. van der Oord en vanaf 1927 door Simon Arts, later bijgestaan door zijn zoon Arie
Arts. Het ophaalsysteem was toen primitiever georganiseerd dan thans. Het
vuilnisschuitje voer vanaf het Hoefje westwaarts door de Voorsloot en werd op
bepaalde afstanden aan de wal gelegd. Gemeentewerkman Arts ging vervolgens met
een kruiwagen naar zijn cliënten en keerde in de voor hem gunstige gevallen het
vuilnisvat om boven de kruiwagen. Veelal werd het huisvuil echter in een grote zware
kist verzameld, die dan door Arts leeggeschept moest worden. Vervolgens werd de
kruiwagen in de schuit geleegd. Het was een arbeidsintensief werk dat wekelijks twee
dagen in beslag nam voor een betrekkelijk gering aantal deelnemers. Het huisvuil werd
naar een laaggelegen perceel weiland ten noorden van de Rijd in de Kost-
verlorenpolder gebracht. Dit systeem hield gedurende 27 jaar stand, waarna er een
reorganisatie van de dienst plaats vond. De sluis bij de Oosterweg zou worden
afgesloten met gevolg dat het schuitje niet meer tot het Hoefje kon komen. Vuilafvoer
via de Voorsloot gaf in ijs winters veel bezwaar omdat het ophalen dan per handkar
gebeurde, terwijl het huisvuil tijdelijk op een andere plaats verzameld moest worden.
Vanaf mei 1948 werd het huisvuil met een open vrachtauto door Van der Vliet uit
Hoogwoud opgehaald en gebracht op de stortplaats bij Aartswoud. Bij het ophalen
verleende een gemeentewerkman assistentie, waar nu slechts een halve dagtaak mee
gemoeid was. De deelname geschiedde nog steeds op vrijwillige basis en telde in 1949
133 gezinnen. Omdat men ervan overtuigd was dat nog veel huisvuil verdween op