-29- ernstig geweest, dat er naar een oplossing gezocht moest worden. De vereniging het "Witte Kruis" die zich op het gebied van de gezondheid beijverde probeerde met financiële steun van het hoofdbestuur in Winkel het tonnenstelsel voor privaten ingevoerd te krijgen. Aan de directeur van de gemeentereiniging te Zaandam werd in 1889 advies gevraagd over de toepassing van het tonnenstelsel aldaar. De gemeente Zaandam was namelijk recent tot dit stelsel overgegaan. De directeur rapporteerde gunstig en was tevens bereid behulpzaam te zijn bij de aanschaf van tonnen en dergelijke. Bij een firma te Kampen werden 400 houten tonnen besteld a 2,50 per stuk. Omdat men de voorkeur gaf aan het wisselsysteem waren er voor elke woning twee nodig. Voor de privaten moesten daarbij ook nog trechters aangeschaft worden. Een eenvoudige trechter kostte 0,40, een geëmailleerde 2. De welgestelden onder de burgerij schaften voor eigen rekening twee tonnen aan. Deze werden van de naam van de eigenaar voorzien, zodat die steeds zijn eigen ton in het privaat kreeg. De minder welgestelden ontvingen gratis een ton, echter niet op eigen naam. Er werd een geschikt terrein bij het Kerkerijdje naast de Westfriese dijk aangekocht voor het bouwen van een huis en wagenloods. De wagenmaker Jacob Lange maakte een wagen die geschikt was om 36 tonnetjes te vervoeren. Het bouwen van een woonhuis voor de tonnenman P. Jongejan werd gegund aan de timmerman Floris Korver voor 495. De gemeenteraad van Winkel stelde een verordening op het verzamelen van fecale stoffen vast om regelend te kunnen optreden. De verordening had ten doel in het belang van de volksgezondheid, ziektes en onhygiënische toestanden te voorkomen. Middels de verordening was iedere huishouding in de bebouwde kom van Winkel, De Strook en Lutjewinkel met ingang van 1 maart 1890 verplicht aan het verzamelen van fecale stoffen mee te werken. Er kon thans ook opgetreden worden tegen vervuiling van sloten door menselijke uitwerpselen. Belendende eigenaren waren verplicht om vervuilde scheidingssloten schoon te maken of te dempen. De animo aan het tonnenstelsel mee te werken was niet direct wat men had gehoopt. In augustus 1890 waren er 120 stuks geplaatst, aan 40 privaten was nog niets gedaan. Het dempen van vervuilde tussensloten bleek eveneens niet naar wens te gaan. Nadat gemeenteveldwachter P. de Leeuw de weigerachtigen had bezocht en aangemaand, bleven er nog enkelen over tegen wie proces-verbaal werd opgemaakt. De bewoners van Lutjewinkel konden zich niet verenigen met de verplichte invoering van het tonnenstelsel aldaar. Zij meenden dat voor Lutjewinkel geen voordeel van het stelsel verwacht mocht worden om reden dat de reinheid en gezondheid in dat deel van de gemeente niets te wensen overliet. Het verzoek vond gehoor, de inwoners van Lutjewinkel waren voorlopig vrijgesteld van de verplichte deelneming aan het stelsel. Bemesting met fecaliën Voor de fecaliën was in het begin wel interesse bij de landbouwers in de Groetpolder. Binnen korte tijd bleef er echter nog maar één landbouwer over die genegen was de fecaliën voor bemesting van zijn land te ontvangen, te weten de heer J. Breebaart. Deze stelde een man en twee paarden beschikbaar voor het ophalen van de tonnen. Als tegenprestatie ontving hij de fecaliën plus een jaarlijkse vergoeding van 100. Het "Witte Kruis" had één man in dienst op een weekloon van 5 met inbegrip van vrije woning en een stuk grond van 20 are. Het "Witte Kruis" kon met financiële hulp van het hoofdbestuur het tonnenstelsel aanvankelijk behoorlijk draaiende houden. Toen het

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2005 | | pagina 31