Het levensverhaal van Piet Zwagerman, deel XVII -17- In de zomer van '44 hadden wij ook nog een belevenis, die weliswaar goed afliep, maar niet zonder gevaar was. Rita zou, als kraamverzorgster, de vrouw van notaris P. de Boer uit Schagen bij de geboorte van haar baby bijstaan en dan als baker twee weken blijven. Nu woonde die notaris niet meer in Schagen, maar in Lutjewinkel, want de Duitsers hadden zijn riante woning in beslag genomen en hij moest maar zien dat hij wat anders kreeg. En zo waren zij in de nieuwbouw van Lutjewinkel beland. Op een nacht werd er op het raam van onze slaapkamer geklopt. Het was mevrouw Rempt, echtgenote van de veearts die tegenover ons woonde en telefoon had. De boodschap was, of Rita wilde komen bij mevrouw De Boer. Wij waren zo gek, dat wij dat toestonden. Rita kleedde zich aan om er alleen op de fiets heen te gaan, maar dat wilde ik niet en ging mee. Nu had Rita een vergunning om 's nachts langs de weg te wezen, maar ik had dat niet. En waarom ik mee wilde? Wel, in Schagen was een groep Mongolen gelegerd die dienst had genomen bij de Duitsers. Die kerels deden dat natuurlijk om in leven te blijven, (tienduizenden Russische krijgsgevangenen zijn om het leven gebracht), maar die Mongolen waren geen lekkere kerels. Vooral ten aanzien van vrouwen gedroegen sommigen zich als onmensen. En van die lui patrouilleerden wel eens in de omtrek. Daarom ging ik mee en ach, achteraf beschouwd had ik Rita toch niet kunnen beschermen. Maar wat doe je al niet? Alles kwam echter best af. Heen en terug noch een Mongool noch een mof op de weg. Zo was de toestand toen! Het voormalige huis van veearts Rempt zoals het er tegenwoordig uitziet.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2005 | | pagina 19