Het jaar van de verdedigingswerken
Na een Monumentenjaar en vervolgens een Boerderijenjaar staat 2004 in het teken van
de 'Verdedigingswerken'. Men zal dan wellicht denken aan de befaamde Stelling van
Amsterdam, die opvallend wijde cirkel aan forten die tegenwoordig als zeer vreedzame
eilandjes in het landschap liggen. Of de gedachten gaan uit naar die 85 kilometer lange
rits forten en sluizen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, tussen Muiden en de Bies-
bosch, die de laatste tijd over belangstelling niet te klagen heeft. Maar onze stichting
behoort zich uiteraard in de eerste plaats te richten op de eigen gemeente; dat spreekt.
Is er bij ons nog wat te melden, behalve de bekende Duitse bunker tussen de Moerbeek
en De Weere? Wat zichtbare bouwwerken betreft eigenlijk niet. Maar als we het hier
wat vrijer mogen interpreteren, mede in de zin van 'verdwenen' verdedigingswerken,
valt er zelfs aan verschillende onderwerpen te denken. Zo heb je de luchtwachttoren
bij Barsingerhorn, waaraan in november 2002 al een behoorlijk artikel gewijd is en -
wellicht wat verbazingwekkender - Blokhuizen aan de Provincialeweg ten noorden van
Zijdewind. Bovendien vraagt de boerderij Veldhuizen ook nog onze bijzondere aan
dacht.
Geen vetpot
Ik kom allereerst terug op die verdwenen luchtwachttoren achter de lagere school in
Barsingerhorn. Qua herdenking is dit jaar helemaal zo gek nog niet, want precies 40
jaar geleden, na slechts een 12-jarig bestaan, viel het doek voor de luchtwachtdienst.
Toegegeven, we zijn mooi niet aangevallen, maar het was dan ook de tijd van de koude
oorlog. Aan ons verhaal van twee jaar geleden kan best nog wat worden toegevoegd.
Dit keer is dat afkomstig van de historische vereniging Callantsoog waarmee onze
stichting al jaren een ruilabonnement heeft.
Zeer waarschijnlijk geïnspireerd door ons onderwerp,
besteedde men een maand later in het eigen verenigingsblad
de nodige aandacht aan het teloorgaan van de uitkijkpost op
het duin, maar bovenal het eigen korps. Een korps dat
indertijd heel wat met Barsingerhorn te maken had, zoals
hieronder zal blijken.
Om dan maar even heel formeel te beginnen: er wordt even
aan herinnerd dat de luchtwachtdienst in 1952 werd opgericht
als onderdeel van de Nationale Reserve van het Instituut
Wettig Gezag. Later werd het toegevoegd aan het Commando Luchtverdediging van de
Koninklijke Luchtmacht. Zo, dat is eruit. De luchtwachters waren voornamelijk
buitengewoon dienstplichtigen, zo tussen de 20 en 35 jaar.
Ze waren verplicht om bij de lessen en oefeningen het blauwe luchtmachtuniform te
dragen, of ze dat nou leuk vonden of niet. Ook bij gelegenheden als bijvoorbeeld het
bijwonen van een vliegshow bij Soesterberg. Ieder kreeg naast zijn uniform een zoge
naamde nooduitrusting bestaande uit een gasmasker en een eerstehulppakket.
(Dat zal toch wat meer hebben ingehouden dan een EHBO-trommeltje.)
-2-
door Jan Keuken