-35- pinp van een optocht van alle deelnemers in costuum, was 't juist zoo bar koud en later pinp 't nop wat sneeuwen, 't Was jammer hoor, anders was er veel meer volk pekomen, want iedereen uit de omtrek zou komen. Er waren er toch nop die expres heel uit Amsterdam pekomen waren met de tram van half vier en met de postwapen weer wep om toch te weten wat dat was. 't Viel iedereen erp mee, 't was veel mooier dan 4 jaar peleden. Er was Zondaps 5000 man. 's Avonds zou er verlichtinp zijn, maar er was teveel wind. Vrydaps was de verlichtinp mooi, toen was 't lichte maan ook en zoo stil. Om nepen uur pinp al 't volk met 't fanfare corps van Lanpedyk voorop eerst de heele Rijd in de rondte en toen door 't dorp naar Peetoom, (de uitbater van de "Prins Maurits") daar was toen bal, een zaal vol volk was er. Je wilt ook wel praap weten wat er allemaal op de kermis stond hè, ik zal maar bepinnen bij 't bepin. Eerst kreep je de "Glijbaan", daar stonden 5. en C. van der Oord mee, in Café "De Warmte" verkocht Anna Spaans Melk en Kwatta, dan kwam de Oliebollenkraam van de vrouw van Evert Brouwer, J. Reetman, O. Strijbis en J. v.d. Steen, die konden 't bijna niet bebakken, zo hard pinpen de oliebollen, dan kwam 't Postkantoor, daar stonden Beha en Nel Rentenaar in, in herencostuum. Ze verkochten postzepels en er was pelepenheid tot schrijven want A. Blanken, N. Butter, Rie Butter, A. Keuken, Gaat van Herwerden en ik verkochten ansichten. Dan stonden Gerrit Jonker en M. Bobeldijk met de rinpentent, dan de wonderdokter E. Brouwer, daarvoor stonden te schreeuwen Karei Pauwels, J. Rutsen en de knecht van Rikus de Vries, dat was eenip, je lachte je een onpeluk. 't Mooiste volpt 't Levend sprekend menschenhoofd", n.l. Jacob Lanpendijk, die heeft een berp volk pehad, die tent was altijd vol, die had een poed impresario hoor, Cornelis Dekker, die raakte niet uitpepraat, 't was om je ziek te lachen. De dikke dame wasKees Dijkman, ook een mooie. De zoeloekaffer was om banp van te worden, die at visch, wat hij zomaar van het eind af hapte ook een pekelharinp en at hij rauwe rijst met tabak, dat was Mars, de schippersknecht van A. Romar. (Romar was een beurtschipper) Ik zal mijn kermisverhaal vervolpen. Van der Molen stond met 't Hoofd van Jut, Klaas Olie, Aafje Olie en Lien Kobbes stonden met de Zweefmolen, die had K. Olie er expres voor pemaakt, dat pinp fijn hoor. Tryn van der Sluis en Dieuwer Vader zijn nop met zoo'n slee ompevallen. De vrouwen van A. Peereboom, C. Dekker en G. Rezelman stonden in de snerttent Jan Bruin en P. Dekker waren de balletmeesters van de danstent. Dan was er nop een tent waar je thee en pebak kon krypen, daar was 't druk, Adiaan en Trien stonden er ook in. Zondaps waren ze in een paar uur van drieduizend taartjes af. Er was nop een prote consumptietent, daar was 't ook erp druk. O. Strijbis en T. Druif hadden een worstkraampje, die hadden Zeeuwsche kleeren aan, erp leuk. Er waren er veel onkenbaar pemaakt door de mooie costuums, daar zorpde ieder zelf voor en velen waren er nop peprimeerd. Klaas Groot was Kocadoris en Jan van der Steen veilde koek, dat pinp mooi hoor, er stond almaar veel volk omheen en ieder werd een stuk dure koek aanpeplakt, hij maakte de eerste dap 40 schone winst. G. Rezelman liep met de beer, dat was Riekus Groot van Praai en Fietje van P. Dekker haalde centen op. Andere Rikus Groot had een schiettent. Sijt Eloor en Jo Faus waren straatzanpers, die waren toch zo mooi pekleed, ze verkochten ook liedjes van de kermis. Jan Bakker had een orpel en z'n vrouw, de vrouw uit 't armenhuis en vrouw Korver haalde centen op. Ma Koorn en Ma Stam stonden met 'n

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2004 | | pagina 37