De regenten van Oude- en Nieuwe Niedorp hadden onderling ook nogal eens verschil van mening. Zo wilden de bestuurders van Nieuwe Niedorp in 1742 het stenen pijpje over de sluis van 't Verlaat vervangen door een houten ophaalbrug. Een ophaalbrug was wel duurder, maar veel geschikter voor de schuiten die moesten passeren, zo stelden zij. De regenten van Oude Niedorp zagen echter liever een stenen pijp en riepen de bemiddeling in van de Gecommitteerden van de Staten van Holland en Westfriesland. Zij beslisten na gehouden inspectie, dat een stenen pijp als brug voldoende zou zijn. Het duurde tot 1872 voor de stenen pijp werd vervangen door een lager gelegen houten ophaalbrug. In 1873 werden de volgende sluisgelden geheven: Voor een damschuit 3 stuivers. Voor de snip uit Nieuwe Niedorp 1 Vi stuiver. Voor een mestschuit 2 stuivers. Voor een kleipraam 1 !4 stuiver. Voor een haringschuit 1 stuiver. Voor een boeier en een kleine praam 6 stuivers en 4 centen. Naarmate de schepen groter werden en de tonnage toenam kwamen er vele klachten over vaarwegen die uitgebaggerd dienden te worden omdat de dieper in het water gelegen schepen regelmatig in de bagger vastliepen. De schippers uit Barsingerhorn, Kolhorn, Nieuwe Niedorp en Winkel klaagden in 1904 over ondiepten in de Leijersloot die de vaarverbinding vormde tussen de Rijd bij Nieuwe Niedorp en de schutsluis bij 't Verlaat. Voor een bedrag van 264, bijeengebracht door de besturen van bovengenoemde gemeenten, werd de sloot uitgebaggerd. Het gemeentebestuur van Barsingerhorn, waar meerdere schippers woonden die van de Leijersloot als vaarwater gebruik maakten, sprak zijn waardering uit voor de bemoeienissen van de gemeente Nieuwe Niedorp betreffende het uitbaggeren van de sloot. Er werd opgemerkt dat men daar voor een betrekkelijk gering bedrag rekening hield met ondernemers die door 1 middel van de scheepvaart hun brood moesten verdienen. In 1926 kwamen er klachten binnen van schippers en van de Kamer van Koophandel te Alkmaar over ondiepte en het moeilijk schutten in de sluis voor de steeds groter wordende schepen. Aan de gemeentebesturen van Oude- en Nieuwe Niedorp werd bij herhaling verzocht de sluis te verbeteren. Uit een krantenartikel van die jaren bleek dat de Kamer van Koophandel zich duidelijk in het ootje voelde genomen door de Niedorper gemeentebesturen. Men overwoog zelfs Gedeputeerde Staten te verzoeken beide gemeentebesturen op hun plichten te wijzen. Door bemiddeling van G. Nobel uit Lutjewinkel besloten de Niedorpen na vele besprekingen de sluis te vergroten, zodat deze ook voor schepen boven de 40 ton gemakkelijker "te nemen" zou zijn. -28-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2004 | | pagina 30