Scheepvaart In vroeger jaren was men voor het vervoer van bouwmaterialen, landbouw- en veeteeltproducten enz. vrijwel uitsluitend op de scheepvaart aangewezen. Het in goede staat van bevaarbaarheid houden van vaarten en sluizen was dan ook een eerste noodzaak. Talrijk waren de klachten van schippers aan bestuurders van gemeenten, polders en waterschappen over het onderhoud van de waterwegen, sluizen en dergelijke. In 1612 richtten de schuitvoerders van de Niedorpen en Winkel een verzoekschrift aan de regeerders van de "Stede Niedorp" om de Gouwsloot door Nieuwe Niedorp en de Leijersloot bij 't Verlaat uit te diepen, omdat zij met hun schepen vanwege de plaatselijke ondiepten de verschillende goederen van en naar de dorpen slechts met grote moeite konden vervoeren. Het verzoek werd toegestaan. De "Veert" Tot na 1900 werd op aandrang van de schippers de "Voorsloot" in Winkel, alsmede de "Veert" naar Nieuwe Niedorp op gezette tijden uitgebaggerd of zonodig uitgespit om verzekerd te zijn van een voldoende hoge waterstand ten behoeve van de scheepvaart. De "Veert" was in het verre verleden gegraven als molensloot van de Oosterpolder en diende voor afvoer van het overtollige water uit het poldergebied gelegen tussen het dorp Nieuwe Niedorp en de Langereis naar de Oosterpoldermolen. Omdat de "Veert" een uitstekende vaarverbinding vormde tussen de Voorsloot in Winkel en die in Nieuwe Niedorp werd deze molensloot veelvuldig gebruikt door de schippers die hun vrachten van en naar Winkel brachten. Nu bleken de belangen van de schippers en die van de molenmeesters, welke o.a. het beheer voerden over de polderwateren, niet altijd parallel te lopen. Voor de goede bevaarbaarheid wilden de schippers de "Veert" graag op een grotere diepte uitgespit hebben dan de molenmeesters noodzakelijk vonden voor de waterafvoer naar de molens. Dit gaf natuurlijk de nodige moeilijkheden, welke in 1737 zelfs in een openlijk conflict ontaardden. De molenmeesters uit Winkel wilden de schippers en dorpsgenoten wel ter wille zijn en stemden in met het op diepte brengen van de "Veert" zoals de schippers verlangden. De molenmeesters uit Nieuwe Niedorp verzetten zich echter hevig tegen dit voornemen. Zij waren beslist niet van plan om ten behoeve van de schippers uit Winkel extra onkosten te maken. De hulp van de heren "Gecommitteerde Raden van de Staten van Holland en Westfriesland" te Hoorn werd ingeroepen om in deze zaak uitspraak te doen. De uitspraak kwam beslist niet ondoordacht tot stand, want het uitgavenboek van de Oosterpolder vermeldt diverse posten als "chaize huur" voor het reizen van molenmeesters naar Hoorn in verband met de zaak over de "Veert". Ook werden er uitgaven gedaan voor vertering en proceskosten. De heren "gecommitteerden" beslisten uiteindelijk dat de molenmeesters van de Oosterpolder de bevoegdheid bezaten om diepte en breedte van de "Veert" te bepalen. De gemeente Winkel diende echter voor het belang dat de schippers uit haar gemeente bij het vaarwater hadden lA deel van de -21- door Aat Wit

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2004 | | pagina 23