-14- Duitsland op de knieën te krijgen, denk je dan werkelijk dat zo'n enkele VI of V2 in staat is om Engeland tot overgave te dwingen? Kom, kom.' Ja, daar kon hij niet veel op zeggen. Toen, in augustus, hadden wij gehoopt, dat het spoedig uit zou zijn, maar helaas. Nog tot 5 mei 1945 zouden wij (tenminste Noord- en Zuid-Holland) onder de knoet zitten. De toestand werd herfst '44 steeds benarder. Grote scharen kwamen uit Amsterdam, Haarlem. Ja zelfs heel uit Rotterdam, 's Gravenhage, Gouda, Hellevoetsluis naar Hollands noorden om wat voedsel te bemachtigen. Ik zag die grote optocht voor het eerst in de Heerhugowaard op 4 december '44. Ik moest die dag namelijk verschijnen voor de economische rechter in Alkmaar en ik ging op de fiets (van Coops). Dat kwam zo: in dat voorjaar had ik pootaardappelen te weinig en ik kocht van mijn neef Rens Rezelman ongeveer 120 kilo zonder er bij te denken dat ik daardoor tegen de lamp zou lopen. Rens had zijn aardappelen op een onduidelijke manier verkocht en hij moest naderhand precies opgeven waar ze beland waren. Zo heeft hij ook die 120 kilo genoemd die helemaal geen consumptieaardappelen waren. Hoe dan ook, ik liep er in. In de zomer van '44 kwamen er drie jonge kerels bij mij op de boerderij. Ze waren van i de C.C.D., de Centrale Controledienst en hadden de zwarte handel te bestrijden. Soms deden ze trouwens zelf mee! Ze vroegen of ik aardappelen had gekocht van Rens Rezelman. 'Ja,' was mijn antwoord, 'maar het waren poters die in de bakken stonden te spruiten. Ze hadden voor de consumptie geen waarde meer.' Nu, ik moest daarvoor een vergunning gevraagd hebben aan de plaatselijke bureauhouder en dat had ik verzuimd. Voor 5 boete kon ik eraf. Ik werd giftig en ik vertelde ze dat ze naar de hel konden lopen. Een oude boer achterna zitten die zonder te vragen poters gekocht had. 'Ga liever naar de polderboeren die tarwe verkopen voor 100 de hectoliter.Dat was mijn bescheid. (Later is er ook wel tarwe verkocht voor 1000 de hectoliter.) Het werd lelijk en zij gingen weg zonder centen. Ik zou er wel meer van horen! Nu, dat kwam uit, want een week daarna kreeg ik bericht van de economische rechter dat me een boete was opgelegd van 40 en dat als ik me daartegen wilde verweren ik 4 december in Alkmaar moest verschijnen. En ik ging. In de wachtkamer en in de gang van het gerechtsgebouw stond het vol mensen (land en tuinbouwers en zwarthandelaren) die op hun beurt wachtten. Ik was vrij spoedig aan f de beurt. Ik vertelde de hele geschiedenis waarna de eis viel: 30 boete. Daarna mocht ik nog eens mijn woordje doen. Ik zei 'kijk eens heren, ik heb hier in de gang gestaan met een massa mensen die bijna allemaal zwart hebben verkocht, of nog erger, zwart gehandeld. Ik heb, toen ik mijn land bepootte een hoeveelheid gekocht van mijn neef, omdat ik tekort kwam. Is dat een misdaad? 't Was bijna mei en hoog tijd. Ik heb er niet aan gedacht dat ik ook vergunning moest vragen voor zo'n zootje piepers. Ik voel me absoluut niet schuldig en ik zou willen, heren, dat ik vrijspraak krijg en als dat niet gaat veroordeel me dan tot de laagste boete. Nu dat deden ze niet, maar ik had ze toch een beetje milder gestemd en de boete werd 10. En zo kwam het, dat ik op de 4L december 's middags door de Heerhugowaard reed. Er waren ook op Nieuwe Niedorp al mensen geweest om etenswaren, maar dit had ik nog niet gezien. Honderden en honderden mensen, vrouwen en kinderen waren er ook bij, op fietsen zonder banden, handkarren, kinderwagens, in elkaar geknutselde karretjes en overal gingen ze aan om wat bonen, erwten, aardappelen, groente enz., maar tarwe was

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2004 | | pagina 16