J. Boon in het 10e jaarboek van het Westfries Genootschap (1936) staat o.a. het
volgende te lezen: 'Johan van Schagen, heer toe Scagen, Barsingerhorn,
Harinckhuysen en Burchhorn, geeft in leen aan Cornelis Cornelisz. op ten Blockhuys
(in enkelvoud) dezelfde anderhalf geers rietland, gelegen in de ban van Oude-
Nyedorp, genaamd Valckebosch enz. enz.' Deze zinsneden stonden in een zogeheten
charter van 3 juli 1482. Dat is bijna een eeuw vroeger dan de kaart van Joost Janszoon.
Verder wordt hier de kaart van Hollands Noorderkwartier (1288) van G. de Vries nog
eens gememoreerd. Wij zijn echter zo vrij om tegen zijn ingetekende Blochuus nogal
wat bedenkingen te hebben.
Voorlopige conclusie: de kleine versterking lijkt in elk geval ergens vóór 1482
gebouwd te zijn. Wanneer precies en om welke reden blijven voorlopig nog wat
duister. Er is me eigenlijk geen specifieke militaire bedreiging van Schagen bekend
tussen 1482 en onze West-Friese strijd tegen de Hollandse graven in de 13e eeuw.
Maar heel misschien mogen hier toch heel voorzichtig 1426 en 1427 worden genoemd.
Dus met alle mogelijke reserves. 1427 Was het jaar dat Willem van Beijeren als
trouwe 'kabeljauwse' aanhanger van Filips de Goede in die langdurige twist tussen de
Hoeken en Kabeljauwen Schagen als leen mocht ontvangen. Het waren zeer woelige
tijden. De strijd ging tussen de aanhangers van Jacoba van Beieren en die van Filips de
Goede en het grootste deel van West-Friesland was nu eenmaal Hoeks en duidelijk op
de hand van Jacoba!
Om nog even De Vries van repliek te dienen: men heeft naar mijn weten de naam en
het begrip blokhuis of blochuus in de archieven niet verder terug kunnen vinden dan
1318. Een blokhuis tegen Floris V of zijn directe voorgangers is dus ook daarom niet
erg waarschijnlijk.
Een omgekeerde bewijsvoering
We zullen ons nu op de exacte plaats proberen te richten waar zo'n versterking naar
alle waarschijnlijkheid gebouwd moet zijn. Zo'n plaats moet als het ware een
natuurlijke versmalling opleveren, zodat een eventuele vijand de minste kans heeft om
ongemerkt te passeren. We leggen naast elkaar de kaart van Joost Jansz, een
hoogtekaart en een zogeheten geomorfologische kaart. Er is één plaats waar de nog
niet ingedijkte Schagerwaard of Witsmeer heel dicht bij de zijdewind kwam en tegelijk
het maaiveld aan de andere kant van dit dijkje zo laag lag, dat het daar ongetwijfeld
maar zelden droog stond. Hier hebben we te maken met wat men noemt een oude zee-
erosiegeul. Op deze plek heeft men wellicht nog heel lang een directe waterverbinding
onderhouden tussen de beide zijden van het dijkje. De kaart van Joost Janszoon
suggereert dat. Maar hoe dan ook: dit was uiteraard een aangewezen plaats voor een
wegversperring! En dat onderstreept tevens de bijna onontkoombare militaire betekenis
van dat Niedorper blokhuis! Het is haast een omgekeerde bewijsvoering, dat geef ik
toe; maar naar mijn mening toch tamelijk overtuigend. Helaas is er vrijwel niets meer
op of aan die huidige provincialeweg N241 te vinden dat ook maar iets toevoegt aan
dit historisch verhaal. De vroegere smalle zijdewind is hier volledig onder het brede
asfalt verdwenen. Terzijde van de weg, naast de Blockhuijsenlaan, is gelukkig nog iets
te proeven van land en water uit de tijd van Joost Janszoon. Daar moeten we het dan
maar mee doen.
-10-