-23- Veldnamen rond de Kostverloren molen Als we de hoogtekaart nog eens bekijken valt niet alleen het lage stuk op ten zuidwes ten van de Kostverloren molen, maar ook een lange lage strook ten noordoosten, een strook die bijna tot de Westerweg loopt. Het is geen wonder dat hier eertijds een een denkooi werd gesticht. Men hoefde niet erg diep te spitten om bij het water te komen. Het was er al nat van zichzelf. De diverse stukken om de kooi stonden bekend als de Bijlbossen. De naam gaat waar schijnlijk terug op de vorm van het perceel rond de eigenlijke kooi. De eigenaar van die zogeheten Bijlbossen werd heel toepasselijk Van der Bijl genoemd. We zien naar mijn idee het omgekeerde bij de landerijen ten westen van de molen, tegen de Nieuwe Sloot aan: Het Westerstuk van de Jager, het Middelstuk en het Oosterstuk van de Jager. Genoemd naar Claes Jager die het eens (en voor een deel nog samen met L. Kleijenburg van herberg De Prins Maurits) in bezit had. Beide soorten vernoemingen kwamen nogal eens voor. Het gaat te ver om hier aan alle ons bekende veldnamen rondom de Kostverloren molen uitgebreid aandacht te schenken. Sommige spreken ook geheel voor zichzelf of zijn niet of nauwelijks interessant te noemen. We geven hier naast een kaartje waarop de letters verwijzen naar de diverse 17e eeuwse landnamen. Q- w. Hiermee zijn nog niet alle ons bekende namen op hun plaats gevallen; zo kennen we nog de Coetebosch en 't Riet van de Coetebosch die hoogst waarschijnlijk in de buurt van boerderij de Koetenburg gezocht moeten worden, het Dirck Heijnis Bosch, 't Oosterstuck van Claijdam en 't Westerstuck. 't Riet van Claijdam is mogelijk hetzelfde als 't Zuideijnd van Cleijdam. 't Slotheersbos mag hier niet ongenoemd blijven, al was het maar omdat de bezittingen van Piet Slotheer aanleiding hebben gegeven tot romantische veronderstellingen betref fende een echt slot aan de overkant van de Rijd. Maar wat herinneringen aan het veen betreft blijft het akelig leeg rond de molen. In en buijten de mölle Overigens lezen we in de archiefstukken nog wel iets heel anders wat onze belangstel ling trekt: Aan de twee Valckenbosschen werd wel toegevoegd 'in de mölle' terwijl er ook werd gesproken over een 'Weststuck vant Riet buyten de mölle'. Met mölle werd molen bedoeld, maar wat bedoelde men nou met 'in' en 'buyten'? Ik veronderstel, dat A. Eendenkooi N. Costerland (4 geers) B. Bijlbossen O. Jan Jonckersland C. Weidland de 6 geersen P. Veluwe (Iemands naam of slechte grond?) D. Abbehorn 't Westend (of Kleine) Valckenbosch E. Vlapweidje R. 't Oostend (of Grootte) Valckenbosch F. Weidland de 14 geersen S. Spiegelweidje G. Cappelerij (7 geers) oud kerkelijk bezit) T. 't Laech H. Noordeijnd van Cleijdam U. Laechlant J. Zuideijnd van Cleijdam V. Oosterstuck v.d. Jager (gen. naar Claes Jager) K. 't Oosterstuck v.d. Rijderpolder Middelstuck v.d. Jager L. 't Middelstuck X. Westerstuck v.d. Jager M. 't Westerstuck IJ. Lutjemud (genoemd naar een mud zaad?)

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2003 | | pagina 25