In die slechte jaren werden er pogingen ondernomen de oude boeren een pensioen te
doen toekomen. In de Friese zuivelwereld was het denkbeeld geopperd een deel van
het melkgeld in te houden, dit te beleggen en na het beëindigen van het bedrijf daarvan
een jaarlijkse uitbetaling te doen. Het was geen slecht idee, maar het kwam in een
slechte tijd. Het zullen er bitter weinig zijn geweest die zich voor dat spaarfonds
hebben opgegeven.
In het weekblad van de tuinder 'Groente en Fruit' las ik een artikel waarin beweerd
werd dat de Nederlandse bouwer, boer of tuinder teveel was afgeweken van onze na
tionale deugden zoals hard werken, zuinig doen en sparen.Ik was zo verontwaar
digd, dat ik mijn pen greep en een gloeiend ingezonden stuk schreef aan dat blad met
mijn naam voluit ondertekend. En waarachtig, het blad nam het nog op ook waar ze
later veel spijt van hadden, zo ik hoorde.
Hoe slecht het met ons ging wil ik nog met een enkel voorbeeld toelichten:
In de herfst van 1934 verkocht ik op de markt in Schagen een vare (of gelde) vaars
voor f 126. ('Vaar' of 'gelde' betekent onbevrucht en een vaars is een jonge koe van
zo tussen de 7 maanden en een paar jaar.)
Het beest was 214 jaar oud, zat best in het vlees en werd gekocht door een slachterij.
Met twee jaar had het gekalfd, maar haar melkgift was miniem en ze was taai te mel
ken, zodat ik die vaars maar 'gelde' hield. Aan zo'n dier verloor ik meer dan f 100.
In 1934 kwamen de plannen voor een Provinciale weg achter het dorp om. Schuin
dwars door ons land heen.
Wij, de landeigenaren werden opgeroepen om te komen onderhandelen met de heer
Gerrit Nobel uit Lutjewinkel. Die was door het Provinciaal bestuur benoemd tot
onderhandelaar. Hij werd 'de zachte' genoemd en ook wel 'tante Gerritje'. Ik schoot
niet best op met hem en na een poosje met elkaar gepraat te hebben zei hij:
'Zwagerman, U lijkt wel enigszins zenuwachtig.' 'Nou,' was mijn antwoord,
'dat ben ik ook. Stel je nu eens voor, de Provincie wil schuin dwars door je land een
strook land kopen van 28 m breed en wil daarvoor geven f 2800 per ha. Ik heb er zelf
in 1917 zo'n f 1000 per ha meer voor gegeven en als schadevergoeding biedt U de som
van f 500.Ik denk er niet aan.'
'Wel Zwagerman', zei hij op z'n zachte manier (vandaar z'n bijnaam), 'U krijgt de
uiterste prijs, omdat Uw land te boek staat als het allerbeste dat in N.Niedorp ligt. De
anderen krijgen f 2000 tot f 2600 en daar valt niet aan te tornen, want het land brengt
opheden bij verkopingen niet meer op.' Daar had hij gelijk in, maar de overheid maak
te dan wel op een allergemeenste manier gebruik van de ellende der boeren.
Wat ik ook naar voren bracht, Nobel werd heet noch koud. Mijn eigen voorstel was
f3600 per ha en f 1500 schadevergoeding.
Enige weken later kreeg ik nogmaals een oproep en Nobel was weer even zacht en
beleefd als altijd.
-10-