grasmaaien en de hooioogst. Zij stonden gedurende vele dagen achtereen met de zeis het gras op de hooilanden te maaien. Allen al in het gebied van de Niedorperkogge moest ongeveer 1200 ha gras voor de hooioogst worden gemaaid. Gezien de betrekkelijk korte periode waarin dit diende te gebeuren zullen er tijdelijk veel arbeiders nodig zijn geweest. De plaatselijke afdeling van de Hollandse Maatschappij van Landbouw te Winkel hield in 1852 een wedstrijd in het grasmaaien voor de arbeiders wonende binnen het rayon van de afdeling. In het verslag over deze wedstrijd stond: "De wedstrijd beantwoordde geheel aan de verwachtingen en heeft ons doen zien dat de Hollandse arbeiders niet achter behoeven te staan bij de arbeiders uit de vreemde" Goed en snel grasmaaien werd toen van veel belang geacht. In het "armvoogden-kasboek" uit Nieuwe Niedorp staat jaarlijks in de tweede helft van juli onder uitgaven de volgende post geboekt: "Aan de maaiers voor het maaien van 52 Gars a 12 Z2 stuiver: 32,50." Dit betekende bijna 15 ha grasland maaien voor 2,18 per ha. Omstreeks 1890 werd in noordelijk Noord-Holland door een grasmaaier per dag gemiddeld een halve hectare gras gemaaid tegen een loon van 2,50 tot 4. Volgens het "armvoogden-kasboek" bedroeg het maailoon in de jaren 1833 -1836 ongeveer 1,89 per dag. Voor dit bedrag werd 's morgens reeds om vier uur begonnen omdat nat gras gemakkelijker was te maaien. De bemesting van weilanden geschiedde als regel alleen met bagger uit de belendende sloten. Hooilanden werden bemest met zoveel lasten stalmest als er wagens hooi van waren gewonnen. Bouwland werd meestal eenmaal in de zeven jaar bemest met tachtig wagenvrachten stalmest per hectare. -28- De grasmaaiers, even poserend voor het maken van een plaatje door de fotograaf.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2003 | | pagina 30