-19-
eens met heel veel moeite, maar vlot. Meestal was ik na twee uur weer terug en hielp
mijn vrouw nog wat.
Een jaar later kocht ik een splinternieuwe motor, merk Sarolea.
De eerste grote tocht die we maakten ging naar Nieuwe Niedorp, met Toosje tussen
ons in. Daar logeerden we bij de Jellema's in de boerderij van de familie Bruin.
Prachtige vakanties hebben wij daar in de loop van de jaren doorgebracht.
Op een dag liep ik met mijn mandjes door een drukke winkelstraat waar een klein
lingeriewinkeltje te huur stond. De eigenaar stond binnen en ik vroeg hem of ik het
winkeltje niet kon huren. Hij keek me eens aan en vroeg wat ik er wilde gaan doen.
'Een viswinkel beginnen, meneer.'Een viswinkel?' vroeg hij verbaasd. 'Daar moet
je toestemming van de gemeente voor hebben. Hoe lang loopje nu al te leuren,' vroeg
hij niet onvriendelijk. 'Anderhalfjaar' antwoordde ik hem. 'Alé, kom vanavond maar
even langs' en hij gaf mij zijn adres.
's Avonds belde ik aan bij het statige herenhuis en werd opengedaan door een
dienstmeisje in gekant wit dienschort. 'Komt U binnen,' zei ze. Mevrouw zat in een
grote leunstoel, legde haar breiwerkje weg en keek me vriendelijk maar toch wat
keurend aan. 'Gaat U zitten,' zei ze, 'U bent dus de man die met potten haring langs de
deuren leurt en nu een viswinkel wilt beginnen?' 'Ja mevrouw,' antwoordde ik. Zeker
een half uur babbelden wij over en weer. 'Goe, mijn jongen' jij kan van mij het
winkeltje huren' en ze noemde een dusdanig lage huurprijs, dat haar man, die inmid
dels was binnengekomen, geschrokken iets wilde zeggen. Maar met een handgebaar
werd dat afgehouden. 'Ik zal het huurverdrag opmaken. Voor toestemming van het
gemeentehuis zorgt mijn man wel.'
Naderhand hoorde ik, dat hij een gemeenteraadslid was en dat zij een zoon van mijn
leeftijd in de oorlog hadden verloren.
"HET HARINGHUIS" noemden wij de zaak. Wij verkochten uitsluitend haring.
Zoute, gerookte, gestoomde en natuurlijk zure - verpakt in sierlijke wat bolle glazen.
Binnen drie weken na de opening stonden we reeds met drie winkelmeisjes in de zaak.
Het gebeurde, dat de klanten buiten in een rij voor de winkeldeur stonden.
Op de duur verkochten wij zoveel haring, dat ik in mijn overmoed besloot zelf een
fileermachine te ontwikkelen.
Er was al wel een Duitse machine op de markt van de firma Baader uit Lübeck, een
zeer groot bedrijf in de visserij wereld. Deze machine was een wonder van techniek,
maar zeer gecompliceerd en groot waarvoor een werkoppervlak van vier bij vier meter
nodig was. Hij werd alleen maar verpacht en was voor kleine bedrijven natuurlijk niet
rendabel.
Na ongeveer twee jaar waren wij de enige viszaak die zijn haring machinaal fileerde.
Het waren wel jaren geweest vol tegenslagen en kleine succesjes. Maar nu werd er