Het kleed van de klopjes moest tonen dat de draagster met de wereld had afgerekend.
Ze droegen een zedig zwart gewaaqd en een bijzonder hoofdhulsel. Per regio of plaats
was er wel enig verschil in kleding. In 't Veld werd zwarte bovenkleding
voorgeschreven.
Geen gekleurde onderrokken "en van root laken alderminst"Zwart, bruin of grauw
gekleurd mochten de onderrokken zijn. Aan de voeten geen blauwe maar zwarte
"schoenmanteltjes"De klopjes mochten in 't Veld ook geen gladde "cleederen
draghen van greynen ofte afscheynende stoffen". Grein was oorspronkelijk zijde maar
later werd er een soort wollen stof mee bedoeld. De rok mocht niet te kort maar moest
de schoenen bijna raken. Garnering met kant, koorden of boorden hoorden op een
klopjeskleed niet thuis evenmin als fluwelen en zijden stiksels. Om de hals droegen de
klopjes een witte kraag, "befgen" genoemd.
Gevarieerd was zeker de hoofdbedekking. Het kon een "ongestijft doecxken of een slap
kulleken" zijn. Anderen droegen een "swert capmutsjen"
Maar over 't algemeen schijnt een soort zwarte kaper met slippen die onder de kin
werden dichtgeknoopt, de gewone dracht te zijn geweest. Ook mochten de klopjes een
ring dragen: getrouwigheyt aan Christus uwen Bruydegom"
Om aan de kost te komen gingen de klopjes bij anderen wassen, schuren en schrobben.
Ze verhuurden zich als dienstmaagd, schoonmaakster, spinster of kantwerkster.
Joost Cats
Toen Joost Boudewijsz Cats bestuurder werd van de Geestelijke Dochters in Haarlem
werd hij vergezeld door een klopje uit Nieuwe Niedorp. Tot dan toe had ze nog bij
haar familie gewoond maar ze ging met haar biechtvader Cats mee naar Haarlem.
In 1615 werd Cats tot kanunnik benoemd, vervolgens tot "geheimschrijver" van het
kapittel te Haarlem en in 1618 tot proost.
Cats werd in 1628 aartspriester van Kennemerland en vicaris van de bisschop.
Een prachtige loopbaan van een dapper man.
-16-
Litteratuur:
Oud archief Nieuwe Niedorp: Informatie op de Klopzusters in de Kampen tot Nijendorp, 5 oktober 1664.
Eugenie Thijssing: Over Klopjes en Kwezels, 1935.
Jan Keuken: Een landmeter in het Clooster. Infoblad nr. 14, St. Hist. Niedorp.
A. Wit: Historie van de Niedorpen en Winkel.
J. Zutt en A. Lantman: Kwestie Zijdewind. Toendertoid nr. 19.